Finny & Mac zijn op kaasjacht in het Nederlands Openluchtmuseum (klik hier voor het eerste deel van dit verhaal). Na een tocht vól ontdekkingen, maar zonder kaas, komen ze ineens dit gebouw tegen: “Freia”. Het is een vrolijk gebouw met luiken. Geschilderd in rood, donkergroen en… KAASgeel!
En deze keer vallen de muizenneefjes met hun neus in de boter, want het is een kaas- en roomboterfabriek!
Dat van die roomboter geloven ze wel. Maar káás! Eindelijk! Met hun muizensnuitjes tegen het raam gedrukt turen ze naar binnen. ‘Ik zie heel veel kaas Mac,’ piept Finny enthousiast, ‘laten we naar binnen gaan!’ Muisstil, maar razendsnel trippelen ze de fabriek in.
‘Kijk nou Mac, planken vol met kaas!’ Finny kijkt vol ontzag naar boven. Mac zegt niet veel, maar klautert snel omhoog.
Uit volle macht duwt hij tegen een grote, goudgele kaas aan. Er is geen beweging in te krijgen. ‘Kom eens helpen Finny,’ piept Mac. Ook Finny laat zijn spierballetjes rollen, maar ze hebben geen geluk. De grote kaas is gewoon te zwaar. Zelfs voor twee avontuurlijke muizen!
‘Wat is dat?’ vraagt Mac, terwijl hij naar een grote kuip wijst. Finny haalt zijn schouders op. Ook hij heeft geen idee. De muisjes hijsen zich naar boven en gaan op de rand van de kuip staan.
‘Zou dit een bad voor stinkkazen zijn?’ vraagt Mac. ‘Of misschien houden mensen hier wel eens een kaasfondue feestje?’ Finny’s oogjes glinsteren. Dat ziet hij wel zitten! ‘Daar mogen ze ons de volgende keer wel voor uitnodigen!’ piept Finny enthousiast. Mac schudt zo hard ‘JA’ dat zijn oortjes ervan op en neer wapperen.
Maar ja… Er is nu geen kaasfondue feestje. De grote kazen zijn te zwaar om mee te nemen. Finny staat in het Kaaslokaal druk te gebaren naar Mac. ‘We moeten op zoek gaan naar kleine kaasjes Mac! Die zijn hier vast ergens te vinden. We moeten gewoon góed zoeken.’ Finny wil het niet opgeven. Ze zijn nu zó dichtbij!
De muisjes trippelen heel de fabriek door, op zoek naar kleine kaasjes. Muizenkaasjes voor kaasbaasjes!
‘Kijk nou!’ piept Finny blij. Hij heeft de deksel van een houten tonnetje gehaald en een kleiner kaasje ontdekt. Deze is nog steeds te groot om mee te nemen, maar het begint erop te lijken!
Finny en Mac hebben nu de kaassmaak helemáál te pakken. Ze rennen, klimmen, snuffelen wat zeg ik; ze VLIEGEN bijna de kaasfabriek door!
En de beloning? Kijk zelf maar.
Ik denk niet dat je twee trotsere muisjes kunt vinden dan Finny en Mac. Zelfs het merk van de kaas is perfect; ‘De Lachende Muis’. En lachen doen ze zeker! Al is Mac misschien wat té enthousiast geweest. Zijn kaas is half zo groot als hij zelf is. Hij moet hem rollen, want tillen gaat niet. Rollen over de straat gaat makkelijk, maar een kaas door het gras heen rollen, is een ander verhaal. Mac moet hard werken voor zijn kaas!
Oh nee!! De Lachende Muis Kaas ontsnapt!!!
Mac rent zo hard als zijn muizenpootjes hem kunnen dragen achter zijn kaas aan. ‘StopPIEP! Daar is wa-wa-water!’ hijgt Mac. Maar Mac is te laat… PLONS!!!!
Een minuutje geleden was Mac, net zoals zijn kaas, nog de lachende muis. Maar nu is hij veranderd in Moppermuis. ‘Het scheelde zó weinig Finny! Ik had hem bijna te PIEP pakken! Duizend katten op een vuurpijl, PIEP! Had ik tóch maar een kleine kaas meegenomen, net als jij Finny.’
Finny laat Mac even alleen, zodat hij stoom af kan blazen. Mac blijft maar babbelen. Hij heeft 1.001 ideeën. Over hoe hij het de volgende keer gaat doen, dat ze niet meer langs water moeten lopen met kaas, dat ze gewoon eerst een stuk kaas op hadden moeten eten en, en, en…. Langzaam wordt Mac minder boos, maar een beetje verdrietig is hij nog wel.
Mac veert ineens omhoog. Daar komt Finny aan met… tja, met wát?
Finny trippelt over de ophaalbrug van het Zaanse dorpje. ‘PIEPffff…’ puft Finny, terwijl hij een prachtig (en voor muisjes gróót) blikje naar Mac sjouwt.
Mac kan zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen, stopt met babbelen en maakt het blikje open. Wat zijn dat voor een kaas-gele snoepjes? Het duurt niet lang of Mac proest het uit van het lachen. ‘Ik snap het al Finny, ik stop met babbelen over de verloren kaas en ik ga lekker snoepen van deze ROOMBOTER BABBELAARS, joePIEP!’ Enthousiast grabbelt Mac naar een babbelaar in het blikje.
‘Bonkjewol bieve Binny!’ piept Mac. Hij is bijna niet te verstaan met die dikke babbelaar in zijn mond, haha!
‘Kom Mac, we gaan naar huis!’ piept Finny. ‘We hebben nog een hele Lachende Muis kaas over en die gaan we vanavond lekker samen opeten!’ ‘BoeBIEB!’ juicht Mac met bolle wangetjes.
En zo komt er een einde aan het avontuur van Finny & Mac in het Nederlands Openluchtmuseum. Nogmaals hartelijk dank aan het personeel/vrijwilligers van het Openluchtmuseum. Tot een volgende keer!
Terwijl de muizenneefjes naar de Zaanse huisjes en de ophaalbrug kijken, smeden ze hun plannetjes. Totdat hun gevoelige muizenneusjes iets oppikken.
‘Ik ruik frietjes!’ piept Mac. ‘En ik ruik POFFERTJES!’ piept Finny. ‘JoePIEP! Het is hier geweldig!’ piepen de muisjes in koor.
Plannetjes bedenken is leuk, maar muizenbuikjes vullen is altijd beter. Dus ze pakken hun rugzakjes en volgen de heerlijke geuren die op de wind lijken te dansen.
Ze trippelen enthousiast naar de ophaalbrug; dáár komen de geuren vandaan. Totdat Mac zich bedenkt. Hij blijft stokstijf staan. ‘Hee Finny, wat als we hier ook káás zouden kunnen vinden? Dat is nog beter dan frietjes en PIEPpoffertjes, toch?’
Finny stopt nu ook. Terwijl hij naar alle mooie huisjes kijkt, trillen zijn snorharen. En als Finny’s snorharen trillen, dan weet je dat hij héél diep aan het nadenken is. Muisachtig diep!
‘Misschien heb je gelijk Mac’, piept Finny, terwijl hij over zijn bolletje wrijft. ‘Niets is zo Nederlands als kaas, dus dan moet er in het Nederlands OpenluchtMUISeum wel kaas te vinden zijn. Steek je neus hoog in de lucht Mac, we gaan op kaasjacht!’
‘Een molen in de kleuren van een koe; zwart-wit!’ juichen de muisjes in koor. ‘Dan kan de kaas niet ver weg zijn’, piept Mac, terwijl hij met zijn pootjes langs zijn snorharen wrijft. Het lijkt wel alsof Mac de kaas in gedachten al opgegeten heeft!
Finny & Mac houden van eten, maar ook van avonturen. Dus als ze bij de scheepswerf komen, vergeten ze heel even dat ze op kaasjacht zijn. Want met boten kun je avonturen beleven.
‘Dat is een mooie boot Mac!’ piept Finny, terwijl Mac nog aan het klimmen is.
Maar Mac heeft iets beters gezien. Hij wijst naar een grotere boot. Een boot met de kleur van een rijpe, belegen kaas. Als ze ooit in een boot gaan varen, dan moet het deze zijn!
In gedachten beleven de muisjes spannende avonturen, waarbij ze muizenprinsessen redden van vuurspuwende katten eh… draken. En van de muizenkoning krijgen ze als beloning een hele boot vol rijpe, geurende kaas.
De fantasie van de muisjes slaat helemaal op hol. Ineens ziet Finny een bord:
Teer? Harpuis? Het rijmt op ‘muis’, maar het klinkt helemaal niet lekker. Terwijl Finny het bord leest en zich afvraagt of je ‘harpuis’ kunt eten, hoort hij Mac ineens mopperen.
‘Duizend kaasbollen en een kaassouflé PIEP! Haal dit net van me af Finny! Het wil me opeten!’ Mac zwaait met zijn pootjes, maar door zijn geworstel komt hij steeds vaster te zitten. Finny rent snel naar Mac toe om hem te bevrijden uit het visnet.
‘Laten we verder gaan Mac, het is hier gevaarlijk. Jij zat vast in een visnet en dadelijk vallen we nog in een kan met teer. En je ruikt nu naar vis. Als ze hier ook Kattenmormels hebben, dan is dat pieperdePIEP gevaarlijk!’
De muisjes lopen snel verder, maar dan is er weer iets anders dat ze zien; klompen!
‘Oh…’ piept Finny zachtjes.’Kijk nou Mac, echte houten klompen. Die heb ik altijd al willen proberen.’ Mac begint te lachen. ‘Die zijn toch veel te groot Finny. Daar kun je bijna in wonen. Of varen!’
‘Oh Finny, kom snel!’ piept Mac ineens opgewonden. ‘Ik zie een KAAS rijden!’
De rijdende kaas is geen kaas, maar een tram. De tram rijdt de hele dag rond. Mensen en muisjes kunnen er lekker in gaan zitten en dan zien ze het hele park. Zonder moe te worden. En als het regent, word je ook niet nat!
Finny en Mac zijn meteen enthousiast. Zeker als ze zien dat het museum nog tramconducteurs zoekt. Eens kijken of die pet ze past!
Nou, ik denk het niet, kleine muizenvriendjes! Zelfs samen zijn jullie nog te klein…
Een beetje teleurgesteld lopen Finny en Mac verder. Geen kaas. Geen boot. Geen klompen. Geen tramconducteur… Maar wat is dat?
BROODBAKKERIJ Dat klinkt heel deftig. Zouden ze ook koekjes hebben? Finny gluurt om het hoekje.
Er is veel méér dan brood te vinden in de broodbakkerij! JoePIEP!
Finny en Mac hebben heerlijke koek kunnen kopen. Koek in muizenpuntjes. Nu nog een plekje vinden om die heerlijke koek veilig op te kunnen peuzelen.
Niet veel later zitten de muizenneefjes samen op een groene berg. ‘Wat een fijn plekje hebben we gevonden!’ piept Finny met een volle mond. ‘Een mooie plek om nieuwe plannen te maken.’ Mac is het helemaal met hem eens: ‘Dit is een hele goede en veilige plek om nieuwe plannetjes te maken voor onze kaasjacht Finny. Ik weet zeker dat hier in het OpenluchtMUISeum kaas te vinden is!’
Oh jee… Zien jullie waar de muisjes zijn gaan zitten? Dit is helemaal geen groene berg. En ik weet ook niet of dit veilig is. Ze zitten op een plaggenhut en de deur staat open. Nu maar hopen dat er geen Kattenmormels wonen. Zeker omdat Mac nog steeds een beetje naar vis ruikt…
Wordt vervolgd!
Met dank aan het vriendelijke personeel/vrijwilligers van het Openluchtmuseum!
Finny sloft door de duinen en moppert een beetje: ‘Hoezo, de zee is leuk? Ik zie geen zee. Ik zie alleen maar zand. Ik voel alleen maar zand, PIEPbah! Het kruipt overal tussen. Als ik vanavond een toastje met smeerkaas eet, zitten er vast nog steeds zandkorrels tussen mijn tanden, jakkiePIEP!’
Mac loopt ver voor Finny uit. Hij trekt zich niets aan van het gemopper van zijn muizenneefje. Sterker nog; hij heeft iets ontdekt! Mac springt en stuitert van enthousiasme: ‘Kom op Finny, loop eens door! Dit móet je zien!’
Finny sloft achter Mac aan. Hij kan zich niet voorstellen wat er nou zo leuk is. Het loopt zo zwaar, dat zand. Zeker als je omhoog moet klimmen.
Als ze bovenop de duinen zijn aangekomen, duwt Mac de grassprieten opzij en piept opgewonden: ‘JoePIEP Finny, kijk! Het is de ZEE! Het is ons gelukt, we zijn bij de zee!’
Finny en Mac kijken hun ogen uit. Zo ver als hun kleine kraaloogjes kunnen kijken, zien ze water. Meteen piepen ze honderduit over alle leuke dingen die je op het strand kunt doen. Strandjutten, vliegeren, pootjebaden… En daarna? Een blokje zoute, oude kaas aan een prikkertje met een vlaggetje, dat wappert in de wind!
De muizenvriendjes nemen niet meer de moeite om naar beneden te lopen. Nee, ze glijden gewoon naar beneden!
JoePIEP! Wat een plezier!
Maar… Wat is dat? Finny en Mac zijn ineens muisstil. Onderaan de duinen ligt iets. Het is een vogel. Een dode vogel.
‘Ojee,’ piept Mac zachtjes, ‘zou een haai dit gedaan hebben?’ Mac heeft ineens geen zin meer om te gaan pootjebaden. Finny legt troostend zijn pootje op Macs schouder en piept dapper: ‘Haaien lusten vast geen muisjes. Wij zijn veel te klein en kriebelen op de tong. En bovendien hebben wij een haaienvriend!’ ‘JAAAA!’ piept Mac opgelucht: ‘De Koekjeshaai!’
Het verhaal van Finny & Mac en de Koekjeshaai vind je hier.
De muisjes lopen weer verder en kijken hun ogen uit; wat liggen er veel schelpen op het strand!
Finny heeft een mooie schelp gevonden die goed bij zijn broekje past.
Mac neemt een donkergrijze schelp mee.
Ze lopen terug naar de duinen, waar Mac begint te graven. Wat slim! De muisjes hebben hun vlieger hier verstopt, zodat ze niet zo hoeven sjouwen. De schelpjes worden in de schuilplaats gelegd en de vlieger nemen ze mee naar het strand.
Het is een bestuurbare vlieger! ‘Goed vasthouden Finny! Ik loop naar achteren en als ik ‘PIEP’ roep, moet jij de vlieger omhoog gooien.’ Mac probeert de draadjes zo strak mogelijk te houden terwijl hij naar achteren loopt.
‘Ben je er klaar voor Finny? Eén, twee, PIEP!’ roept Mac.
Finny springt in de lucht en gooit de vlieger zo hoog mogelijk de lucht in.
JoePIEP!!! Het is gelukt!
De muisjes blijven met de vlieger spelen totdat de zon ondergaat. En dan is het tijd voor een blokje kaas. Pootjebaden hebben ze niet meer gedaan. Ik denk dat jij wel weet waarom!
Vrolijk knabbelend aan een stukje kaas loopt Mac over het aanrecht. De brutale aap eh… muis heeft onze koelkast weer eens open gekregen!
Maar Mac voelt zich niet helemaal op zijn gemak. Het lijkt wel alsof hij bekeken wordt! De haartjes in zijn nek staan recht overeind. Dat is een teken van GEVAAR!
Als hij rond kijkt ziet hij ineens een beest op een plank staan. Een beest met tanden. Scherpe tanden! Is dat een… haai? Het is een HAAI!!
Weg met die kaas! Ren voor je leven Mac!
Het duurt niet lang of Mac komt terug. Met versterking; Finny wil graag zien of het verhaal van Mac wel waar is. Want haaien leven toch alleen in de zee?
Finny & Mac gluren over het randje van het aanrecht. De haai is stil. Zijn witte tanden blinken.
‘Hij lijkt wel bevroren,’ piept Finny ‘ik ga een kijkje nemen Mac!’
Finny klautert op het aanrecht en verstopt zich achter de waterkoker. Zijn zwarte kraaloogjes houden de haai goed in de gaten. Hij is klaar om weg te rennen als de haai beweegt.
Maar de haai beweegt niet. Finny begint de haai uit te dagen; hij gooit zijn pootjes in de lucht en roept: ‘Joehoeoeoe PIEP! Hier ben ik! Haai, haai, wat ben je saai!’
Mac begint te lachen om zijn malle neef, maar is ook een beetje ongerust en piept zachtjes naar Finny: ‘Kijk uit Finny! Die haai heeft wel een stuk uit dat surfboard gehapt!’
Finny draait zich om en kijkt Mac aan. ‘Ik denk dat we niets te vrezen hebben van deze haai. Weet je wat er op het surfboard staat Mac? COOKIE jar!’
Cookie? Zoals het Engelse woord voor… Koekje???
Dat is het toverwoord dat alle schrik laat verdwijnen. ‘Ik denk dat er koekjes in zijn buik zitten!’ piept Mac enthousiast. Mac springt op het aanrecht en heeft meteen een plan: ‘We gebruiken die bakjes om een trapje te maken Finny.’
Samen schuiven de muisjes de bakjes in de richting van de haai.
‘Het is niet hoog genoeg Mac!’ piept Finny. ‘We gebruiken de weegschaal ook als trap!’
Mac springt op de weegschaal, zodat Finny hem de bakjes aan kan geven.
Ineens ziet Finny iets waardoor hij héél hard begint te piepen: ‘Sa-PIEP-erdeflap Mac! Wat ben je zwáár geworden! 123 gram! Dat is net zoveel als een halve pak koekjes!’
‘Doe niet zo gek Finny,’ piept Mac, ‘dat komt omdat ik op de weegschaal gesprongen ben. Wacht maar even.’ Mac blijft doodstil staan.
Aha! Nu zegt de weegschaal dat Mac nog maar 82 gram weegt.
Finny is tevreden: ‘Onder de 3 cijfers is prima Mac! Daar kan nog wel een koekje bij!’
Finny en Mac stapelen de doosjes op de weegschaal.
Mac staat naast de haai en wijst waar Finny naar toe moet gaan.
Finny prikt voor de zekerheid nog één keer in de buik van de haai om zeker te weten dat hij niet leeft!
Mac springt omhoog en gaat met héél zijn gewicht aan de haaienvin hangen. Toch maar goed dat hij 4 keer zoveel weegt als een gewone huismuis!
Finny juicht: ‘JoePIEP Mac! De bek van de haai is open!’
Mac klautert naar boven en…
Hij duikt zó de bek van de haai in. Dat ziet er best eng uit, zo’n muisje tussen die scherpe tanden!
Mac grabbelt in de buik van de haai. De muizenneefjes hebben geluk; geen vis in de buik van de haai, maar wel koekjes. Het is een Koekjeshaai!
Een koekje voor Finny, een koekje voor Mac en…
een koekje voor de Koekjeshaai; de grote nieuwe vriend van de muisjes!
Finny & Mac hadden een plan. En dat moest snel uitgevoerd worden, voordat alle sneeuw weg zou zijn. Zodra het zonnetje zich liet zien, gingen de muizenneefjes aan de slag.
“Hee Finny! Wat ben je aan het doen?”
Finny kijkt niet op of om, maar blijft doorwerken terwijl hij piept: “Wij zijn onze eigen Olaf aan het maken!”
“Onze eigen Olaf? Bedoelen jullie de sneeuwpop uit de Disneyfilm ‘Frozen’?” vraag ik verbaasd.
Mac kijkt me aan alsof ik héél dom ben.
“Ja natuurlijk!” piept hij. “Wij vinden Olaf leuk, want hij is altijd zo vrolijk. En nu ligt er veel sneeuw en kunnen wij onze eigen Olaf maken!”
Achter mij hoor ik de sneeuw kraken. Daar komt Finny aangestormd!
“Ik heb de armen voor Olaf!” piept Finny trots en hij steekt twee takjes voor zich uit.
“JoePIEP!” juicht Mac, “Dan ga ik op zoek naar ogen en een neus!”
Daar is Mac weer. Wat houdt hij tussen zijn pootjes geklemd?
“Kijk!” roept Mac terwijl hij de tak naar voren steekt. “Besjes voor Oscars ogen!”
Aha! Slimme muizenneefjes!
Er wordt snel gewerkt, want het zonnetje kan dan wel schijnen, maar de sneeuw is koud aan de blote pootjes! De Olaf van Finny & Mac komt tot leven.
“Hee muisjes, krijgt jullie Olaf geen mond?” vraag ik nieuwsgierig. En alweer kijken de muizenneefjes mij aan alsof ik héél dom ben…
“Nee natuurlijk niet” piept Finny, “want dan eet Olaf al onze kaas op!”
Tja… als je gek bent op kaas, dan kun je maar beter het zekere voor het onzekere nemen. Olaf kijkt inderdaad een beetje ondeugend. Zelfs zonder mond. Zijn armpjes zijn al uitgestrekt. Alsof hij zó een kaasplankje op zou willen rennen en álles mee zou nemen!
En dan ligt er ineens MUISACHTIG veel sneeuw! Finny & Mac kijken hun ogen uit. Dik ingepakt tegen de kou trekken ze hun Olympische slee omhoog; Hop-hop-hop, de Muizenberg op!
“Ben je nog bang voor splinters in je muizenbillen Finny?” vraagt Mac met een ondeugende lach.
“Het maakt me allemaal niet uit Mac, dit is geweldig!” glundert Finny, terwijl hij een sneeuwvlok uit zijn kraaloogjes veegt.
Als ze bovenaan staan springen de muizenneefjes op de slee en dan… als in een achtbaan, gaat het eerst langzaam… En dan sneller….
En sneller… En SNELLER!!!
KRRRSSSHHHHHHHH…… De verse sneeuw kraakt als ze met hun slee onderaan hun Muizenberg tot stilstand komen. Mac heeft er een witte snoet van gekregen!
“NOG EEN KEEEEEEER!!!” roepen Finny & Mac in koor. Ze rennen zó hard dat je zou denken dat ze door een Kattenmormel achtervolgd worden!
“Ga maar vast zitten Mac, ik zal je duwen. Dit lijkt een beetje op het sleeën over het mos* in de bossen!” grinnikt Finny. *Lees hierover meer in ‘Schatreis, de avonturen van Finny & Mac‘
Mac piept verschrikt: “Je wordt toch niet wéér misselijk Finny?!”
“Neeee joh!” Finny lacht. Dit is niet zo eng; als we vallen, landen we lekker zacht!”
“Ben je er klaar voor Mac? Eén!”
“Twee!”
“DRIE! JoePIEIEIEP!!!”
En zo wordt er nog lang gerend, gegleden en gelachen in de sneeuw. Net zolang totdat de pootjes, oortjes en neusjes bijna stijf van de kou worden. Dan is het tijd voor warme chocolademelk bij de open haard van het Muizenhuis. Misschien wel met een blokje kaas op een prikkertje!
De postbode stond zaterdag voor onze deur met een pakketje. Een pakketje voor ‘MacFlannegan’. Wat deftig! Er zijn maar weinig mensen en muizen die de echte, maar ook hele lange naam van Mac gebruiken. Wat zou het zijn?
Als ik het pakketje naar het muizenhuis breng, staat Mac al klaar bij de voordeur.
Ik denk dat Finny deze keer van niets weet; hij kijkt verbaasd naar beneden. Mac drukt met zijn pootjes op het papier en begint te glunderen.
“JoePIEP!!!” juicht Mac en hij gooit zijn muizenarmpjes met een grote zwaai in de lucht. “Precies op tijd!”
Ik zie Finny denken: Precies op tijd? Wat is precies op tijd? Op tijd voor wat? Waarom weet ik hier niets van?
Finny houdt niet van geheimen en barst zowat uit elkaar van nieuwsgierigheid. Zo snel als zijn pootjes hem kunnen dragen trippelt hij naar beneden.
“Zal ik helpen Mac? Wat is het?” Finny’s snorharen trillen van de spanning, maar hij krijgt geen antwoord. Mac is veel te druk bezig met het los maken van het plakband.
Finny verspilt geen energie meer met vragen stellen en helpt Mac mee. Dat geheimzinnige pakket moet open. Geen geheim blijft lang verborgen voor een nieuwsgierige muis, zeker niet als je Finny heet!
Als sneeuw voor de zon is het bruine papier verdwenen en wat overblijft…
“Oh nee”, piept Finny en hij grijpt naar zijn hoofd. “Wat heb je nu gekocht?”
“Dit”, Mac’s stem klinkt heel gewichtig, “is een slee. Een Olympische slee!” Mac’s pootjes aaien voorzichtig over het ruwe hout en hij wijst naar de Olympische ringen die voorop de slee geschilderd staan. “Als het morgen gaat sneeuwen, kunnen we samen over de sneeuw vliegen Finny!”
Finny begint te snuiven: “Een Olympische slee uit 1924 Mac. Negen-tien-vier- en-twintig! Onze oudste kaas is nog niet zo oud! Hier krijgen we alleen maar splinters van in onze kadetten!”
“Ik heb hem gekocht van neef Murdoc. Dit was de slee van Bliksemsnelle Bob.” Mac glimt van trots. “Hij heeft er in 1924 alle Olympische kaasmedailles mee gewonnen!”
“Je hebt deze slee gekocht van neef Murdoc? Malle Murdoc?” piept Finny en hij schudt zijn hoofd zo hard op en neer dat zijn oren wapperen. “Ik heb nog nooit gehoord van Bliksemsnelle Bob. Murdoc houdt van grapjes. Ik denk hij dit malle verhaal verzonnen heeft om ruimte te kunnen maken in zijn voorraadschuur. Ik zou ook liever verse kaas in mijn schuur bewaren dan een slee uit NEGEN-TIEN-VIER-EN-TWINTIG!” Finny begint steeds harder te piepen.
Mac haalt zijn schouders op. “Maak je niet zo druk Finny. We gaan morgen op sneeuw avontuur. Met of zonder splinters.” Mac gaat op de slee zitten en pakt het touw om mee te sturen stevig vast.
“En weet je wat het voordeel is van splinters?” Mac proest het uit van het lachen, “Daar kun je een stukje kaas mee prikken!”
Finny probeert boos te blijven kijken, maar het lukt hem niet. Het duurt niet lang of hij staat te schuddebuiken van het lachen.
“Ik hoop wel dat er muisachtig veel sneeuw gaat vallen Mac!” piept Finny enthousiast, “Dan krijgt Malle Murdoc spijt dat hij zijn Olympische Splinter Slee aan jou heeft verkocht!”
Ik hoorde de muisjes de laatste dagen steeds vaker opgewonden piepen. Meestal is dat een teken dat ze iets in hun schild voeren. Elke keer als de bel ging, stonden ze met hun spitse snuitjes voorop. Vooral de postbode was erg populair, dus waarschijnlijk hebben Finny & Mac iets besteld, maar wat?
Gisteren, op Oudjaarsdag, was het raak. Finny loopt snel voor mij uit om als eerste bij de deur te zijn.
De postbode heeft een pakketje op de deurmat gelegd. Terwijl Finny aan het pakketje begint te trekken, rent Mac mij voorbij. Zijn pootjes steken enthousiast in de lucht en hij piept uit volle borst: “JoePIEP! Precies op tijd!”
Precies op tijd voor wat???
De muizen spierballen worden aan het werk gezet!
Zo te zien is het écht post voor de muizenneefjes. ‘De Heren Finny & Mac’, staat er op het etiket. Heel deftig. En wat zie ik er ook op staan? ‘Firecrackers’. Dat is het Engelse woord voor ‘vuurwerk’. Wacht even… VUURWERK???
Lieve muizenmannen, dit kan écht niet! Er is een vuurwerkverbod! We mogen dit jaar geen vuurwerk afsteken!
Maar Finny & Mac trekken zich niets aan van mijn protest.
De razendsnelle muizenpootjes trekken en scheuren het bruine papier aan snippers. Al snel hebben ze een doosje vuurwerk te pakken.
Of toch niet?? Finny doet zijn pootjes voor zijn ogen en piept teleurgesteld: “Oh neeee Mac! Het is geen vuurwerk, het zijn crackers!”
Mac haalt zijn schoudertjes op. “Dat is niet zo erg Finny, ik lust wel een crackertje.” Mac neemt een flinke hap van de cracker die hij in zijn pootjes heeft. “Mmmmmm,” bromt hij tevreden.
Maar dan ineens, alsof hij door een wesp gestoken wordt, laat Mac de cracker vallen. Hij rent zo hard als zijn kleine pootjes hem kunnen dragen weg. Finny snapt er niets van. Wat gebeurt er met zijn neef en grootste vriend?
“VUUUUUR!” Piept Mac, terwijl hij wegrent.
“Mac! Wacht op mij! Wat is er aan de hand?” Finny gooit zijn pootjes in de lucht en rent achter Mac aan.
‘Www… wwww… WATER!!” Piept Mac met een schorre stem. Hij heeft zweetdruppeltjes op zijn hoofd staan.
De muisjes rennen naar de keuken. Daar staat de drinkbak van de hond. Mac neemt een enorme duik en plonst hupsakeeeee met zijn snuit in het water!
Wat een geluk dat Finny erbij is; Finny kan Mac nog net bij zijn staart grijpen, anders was hij in het water gevallen!
Mac hijgt. Zijn neus is een beetje rood en de tranen rollen over zijn wangen. “Mijn mond staat in brand! Dat zijn helemaal geen lekkere crackers! Het zijn vurige crackers. Met chili PIEPers!”
Mac zucht: “Geen vuurwerk én geen crackers. Nu hebben we niets voor vannacht. Hoe jagen we nu het oude jaar weg? We hebben geen knallers en geen flitspotten.”
Finny grinnikt: “Misschien wil het oude jaar een stukje vurige cracker? Als hij net zo snel rent als jij, dan is hij zó weg! De volgende keer moet je met je hoofd denken in plaats van je buik Mac. Deze keer was het maar een chili PIEPer, maar wat als er iets anders in gezeten had?”
Mac lacht als een muis met kiespijn en kijkt er ook een beetje schuldig bij. Hij wrijft over zijn buikje en zucht: “Het voelt wel een beetje als vuurwerk in mijn buik Finny.”
Ik heb medelijden met de muizenneefjes. Ze zijn zó teleurgesteld. Ik loop naar de zolder en begin te zoeken. Het kost wat moeite, maar ik heb iets gevonden waar Finny & Mac vast blij van worden. Trek je brandweermuizenpak maar aan Finny!
Finny en Mac kijken een beetje raar naar de stokjes die ik in de grond steek. Alleen zijn het geen stokjes, maar…. STERRETJES!!!
En zo hebben Finny & Mac er toch een beetje voor gezorgd dat het oude jaar is weggejaagd en het nieuwe jaar is met veel gePIEP begroet!
Soms is het fijn om muisjes in huis te hebben. Tenminste… als ze Finny & Mac heten!
Maar het is ook spannend. Want er kan ineens een MUIS uit je kerstboom vallen!
Help!
Zonder helmpje of parachute valt Mac uit onze kerstboom.
Hij piept er oorverdovend hard bij. Maar… hij klinkt niet bang?
Hij klinkt… vrolijk? Ja! Vrolijk!
JoePIEEIEIEIP!
Mac valt en valt en valt en ineens…. Hangt hij stil. MUISstil!
Wacht eens even. Mac zit vast aan een touw! Een echt bergbeklimmers touw, maar dan voor muisjes.
“Ik ben er klaar voor Finny!”
Wat bedoelt Mac?
Hij staat stevig, met zijn pootjes rond een tak van de kerstboom en één pootje houdt het touw vast.
Ineens hoor ik enthousiast gepiep onder de boom.
Is dat Finny?
Inderdaad, het is Finny! Samen Rudolph, het rendier met de rode neus!
Finny knoopt Rudolph stevig vast met het touw. Wat gebeurt er toch?
Even later piept Finny opgewonden: “Rudolph is klaar om te vliegen Mac!”
Aha! Die slimme Finny & Mac!
Ze hijsen Rudolph aan het touw naar boven. Dat gaat een stuk beter dan klimmen met een rendier op je rug!
Mac knipoogt en fluistert naar mij: “Rudolph wil deze Kerst graag héél hoog in de kerstboom zitten, dan kan hij alles goed in de gaten houden!”
Het is best wel fijn om behulpzame muisjes in huis te hebben, maar jammer genoeg worden ze altijd snel afgeleid. Deze keer door… een kerstbal!
Een potje Muizenvoetbal is altijd leuk, zeker als je een lekker zachte kerstbal hebt, die niet kapot kan gaan. Finny doet een stapje naar achteren, zwaait zijn rechter pootje naar achteren en…
GOAL!!!
Of niet???
Weet Mac de kerstbal nog net tegen te houden met deze enorme snoekduik? Wat denk je?
Ik denk dat ik de andere zachte kerstballen ga verstoppen voordat er ongelukken gebeuren. Voordat je het weet, ligt er een kerstbal in de kaasfondue. Al zullen de muisjes dat niet erg vinden, denk ik…