Een villa voor Romuizen?

Finny & Mac beleven zoveel avonturen, dat ik soms niet snel genoeg ben met schrijven. Ik probeer de schade in te halen. Vandaag vertel ik het avontuur dat de muisjes beleefden in Villa Urbana, een Romeinse villa in Duitsland.

Na hun bezoek aan Trier, willen Finny & Mac alles weten over de Romeinen. Als ze horen dat ze een Romeinse villa kunnen bezoeken, trekken ze meteen hun Romeinse kleren aan.

‘Dat ziet er oud uit Finny!’ piept Mac, terwijl ze samen naar de villa kijken. ‘Zou er misschien ergens een stukje oude, Romeinse kaas verstopt zijn?’ Mac likt met zijn tongetje langs zijn snorharen.

‘Ik denk het niet’, piept Finny, ‘maar laten we voor de zekerheid even binnen kijken.’

De muizenneefjes zijn erg onder de indruk van de gang waar ze door lopen. Even later staan ze voor een ijzeren hek. Dit hek is gemaakt om mensen tegen te houden, maar muisjes kunnen hier natuurlijk gewoon doorheen.

‘Zou het een kelder zijn? Misschien wel een voorraadkelder? Met kaas, PIEP?’ Finny krijgt er honger van. Mac heeft hem aangestoken met zijn gepiep over oude kaas.

Maar wat is dat nu? Finny grijpt met zijn muizenpootje naar zijn snuit.

‘JakkiePIEP! Dit is geen voorraadkelder, dit is een wc! Zonder deuren!’ piept Finny.

De muisjes staren naar de grote houten kist met twee gaten.

‘Inderdaad jakkiePIEP Finny! Poepen Romeinen in een doos? Met zijn tweeën naast elkaar?’ Mac wordt een beetje groen. Zijn fantasie slaat op hol; de geur van kaas waar hij van droomde, heeft plaats gemaakt voor de geur van Romeinse poepjes!

‘Snel weg hier Finny! Ik ruik dingen die ik niet wil ruiken, PIEP!’

Mac zet het op een rennen en snuift dankbaar de frisse lucht naar binnen, terwijl hij naar het landschap kijkt.

Finny rent snel naar de boomgaard. Niet zomaar een boomgaard; het is een wijngaard! Hier groeien de druiven waar ze wijn van maken.

Ik weet niet of muisjes wijn lusten, maar druiven vinden ze wél lekker. Jammer genoeg is het te vroeg; er hangen nog geen druifjes aan de bomen.

Droom straks maar fijn over druifjes met een stukje oude kaas Finny & Mac, dat is beter dan dromen over twee Romeinen op een poepdoos, hihi!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Finny & Mac in Trier

Finny & Mac beleven zoveel avonturen, dat ik soms niet snel genoeg ben met schrijven. Ik probeer de schade in te halen. Vandaag vertel ik het avontuur dat de muisjes beleefden in Trier, de oudste stad van Duitsland.

‘Kijk Mac, dat is een brug die de Romeinen hebben gebouwd!’ piept Finny.
‘Romeinen? Wat zijn Romeinen?’ Mac kijkt Finny vragend aan.

‘Romeinen zijn mensen die hier héééél lang geleden leefden en ze waren heel slim en sterk.’ Finny is trots dat hij dit weet.

Finny en Mac trippelen door de oude stad Trier.
‘Wat is dat?’ vraagt Mac.
’Ik denk dat de Romeinen hier vroeger iets gebouwd hebben,’ piept Finny.
’Wauw Finny! Dus de Romeinen waren echte bouwers, net zoals wij nu zijn!’ Mac lacht en piept ondeugend: ‘Misschien zijn wij wel RoMUIZEN!’

Finny en Mac lopen lachend verder, maar opeens schrikken ze. Wat is dit? De muizenneefjes staan voor een groot bord met een tekening van… mensen zonder kleren?

‘Wat een gekke mensen, die Romeinen! Ze lopen allemaal in hun blote kadetten!’ Mac kijkt verbaasd naar de tekening.
Finny slaat zijn pootjes voor zijn ogen. ‘PIEP nee Mac! Dit was vroeger een badhuis. Daarom lopen ze zo rond. Kijk, ze hebben ook handdoekjes meegenomen.’

De muisjes laten de ruïnes van het badhuis achter en lopen verder door de tuin van een indrukwekkend paleis.

Finny & Mac vinden het prachtig. ‘Hier eten ze vast veel taartjes en kaas!’

Er is genoeg te zien in Trier. Finny en Mac hebben zelfs een (zoals zij dat noemen) muizenkerk gevonden, Mac klimt als een aapje in de kerktoren. Zou hij denken dat hij de grote aap King Kong is?

Finny vindt het maar niks. ‘Kom snel naar beneden Mac, dadelijk neemt de politie je gevangen.’ Finny wijst naar het politiebusje dat verderop staat. ‘Oeps PIEP! Rennen Finny!’

De muizenneefjes rennen weg en laten de ‘muizenkerk’ snel achter. Wat denken jullie; zou die mevrouw hieronder op de foto Finny en Mac gezien hebben?

‘Wauw! Is dat ook een Romein Finny?’ Mac kijkt met grote ogen naar de gevaarlijk uitziende man die boven de muisjes uittorent.
‘Dat is een Romeinse soldaat’, piept Finny. ‘Romeinen konden heel goed vechten, iedereen was bang voor ze.’

‘Ik wil ook wel een Romeinse soldaat worden, dan jaag ik alle Kattenmormels weg!’ piept Mac stoer.

De muisjes glippen stiekem een museum in. En kijk nou? Waar hebben ze die kleertjes gevonden?

Finny en Mac zijn verkleed als echte Romeinen! Of moet ik ‘Romuizen’ zeggen?

Mac stampt als een stoere Romeinse soldaat door Trier, terwijl Finny als een edele Romeinse heer achter Mac aan trippelt.

‘Lijk ik op hem Finny?’ vraagt Mac.
’Jaaaa! JoePIEP!’ juicht Finny.

Natuurlijk willen de muizenneefjes in deze kleren op de foto bij de bekende Romeinse stadspoort. Deze poort heet in het Latijns ‘Porta Nigra’ en dat betekent ‘zwarte poort’. Latijn is de taal van de oude Romeinen.

Eerst poseren Finny en Mac voor de Porta Nigra voor muizen:

Maar natuurlijk willen ze ook op de foto bij de échte Porta Nigra die de Romeinen gebouwd hebben:

Héél indrukwekkend muizenmannen!

Pas maar op katten in Trier; Finny en Mac zijn hier!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Vakantie in het Westerwald – 3

Waar zijn jullie nu muisjes?

‘Wij zijn op de beer geklommen!’ piepen Finny en Mac in koor.
Dat klinkt een beetje gevaarlijk, maar gelukkig is de beer van hout.

De wandeling van vandaag gaat weer langs én dóór de rivier de Nister. Hmm… in een muizenzwembadje badderen is leuk, maar stromend water is toch een beetje anders.

De muizenneefjes proberen over de stenen naar de overkant te lopen, maar besluiten om te draaien. De stenen zijn nat, glad en wiebelen een beetje. Nee, zo durven ze niet over te steken. Er moet vast een andere manier zijn.

En die is er ook! Er is een boom omgevallen. Hij ligt helemaal over de rivier heen. Hij is bedekt met mos. Voor mensenvoeten zou het gevaarlijk zijn om hierover te lopen, maar voor muizenvoetjes is dit geen probleem. JoePIEP!

Iet verderop komen Finny en Mac tot hun verbazing een tentenkamp tegen. Een heel grasveld vol met tipis. Een tipi is een indianentent. Zouden hier ook indianen wonen?

De muisjes zien helemaal niemand. Geen indianen. Zelfs geen indianenmuizen (zouden die bestaan?).
Van het zien van al die indianententen begint het te kriebelen bij de muisjes. Zij hebben natuurlijk óók een tent.

‘Kijk nou toch Finny,’ piept Mac, ‘dit is toch geweldig! Zullen wij vanavond ook gaan kamperen?’

Als de muisjes ‘s avonds terugkomen bij het vakantiehuisje, laten ze er geen gras over groeien. Deze keer geen tijd voor de luie stoelen. En ook niet voor het zwembad. De tent moet opgezet worden voordat het donker is!

Het wordt een race tegen de klok. Langzaam gaat de zon onder. Finny en Mac zien bijna niets meer.

Maar het is gelukt! En kijk; ze hebben zelfs een echt kampvuur gemaakt!

Vanavond doen Finny en Mac net alsof ze muizenindianen zijn. Ze zitten lang bij het kampvuur, eten gegrilde kaas en gepofte appeltjes. Met hun buikjes vol, kijken ze omhoog om van de fonkelende sterren te genieten. Zo mag de vakantie nog maanden duren!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Vakantie in het Westerwald – 2

Vandaag gaan de muisjes een bijzondere wandeling maken. Finny en Mac gaan wandelen over het Naturpfad Weltende. Dat is Duits voor ‘natuurpad naar het einde van de wereld’. Dat klinkt héél spannend; echt iets voor avontuurlijke muisjes (en mensjes)!

Finny en Mac bekijken de kaart met het kronkelende pad langs de rivier de Nister.

‘Dat wordt klimmen Mac!’ piept Finny.

En hup! Daar gaan de twee avonturiers. Ze klauteren over de rotsen en trippelen langs het water. Hoger en hoger, totdat ze het uitzichtpunt hebben bereikt. Zie je het bord dat op de boom zit? Dat is het bewijs dat de muizenneefjes het hoogste punt hebben bereikt.

JoePIEP! En nu genieten van het uitzicht:

Als de muisjes weer terug zijn bij het vakantiehuisje, staan de luie stoelen al klaar. Finny gaat er lekker voor liggen.
Mac niet. Mac is onrustig. Hij blijft maar op en neer lopen.

Finny kent zijn neef lang genoeg om te weten dat Mac een plannetje aan het bedenken is.

‘Wat ben je toch allemaal aan het doen Mac?’ vraagt Finny nieuwsgierig. Mac zegt niets, maar komt even later terug in zijn zwembroekje, met een grote handdoek over zijn pootje.

Huh???

Kijk nou; Mac heeft een muizenzwembad gevonden!

‘Aaahhhh pieieieiep….’ zucht Mac. Hij is helemaal in zjin nopjes met dit super-de-puper muizenzwembadje. Niet te diep, een beetje in de zon en een beetje in de schaduw… PIEPfect!
Dit vakantiehuisje krijgt 10 muizensterren van Mac!

Ik moet wel een beetje lachen; zien jullie wat er op de steen geschreven staat? ‘Hund’ is Duits voor ‘hond’…

Maar ik vertel dit niet tegen de muisjes hoor. Ik vind het veel te leuk dat ze zoveel plezier hebben. Even later komt Finny aangelopen. Hij heeft zich ook klaargemaakt voor een plons in het badje.

‘Kom erin Finny,’ piept Mac, het water is heerlijk!’

Tja, wie zou dit niet fijn vinden; eerst een mooie wandeling en daarna ontspannen in het zwembad. Wat een muizenleven! Of moet ik zeggen; luizenleven?

Vrolijke groetjes,
Sandra

Vakantie in het Westerwald – 1

Finny & Mac beleven graag nieuwe avonturen, dus ze gaan (bijna) altijd mee op vakantie. Liefst proberen ze de hele dag nieuwe kaasjes uit, maar dat is niet zo slim. Muisjes met een kogelrond buikje kunnen niet hard wegrennen als een Kattenmormel op ze jaagt.

Maar als je regelmatig een wandeling maakt, blijf je fit. Zeker als je veel berg-op en berg-af gaat. Daar krijg je gespierde pootjes van!

‘PIEP poeh’ zucht Finny, ‘we zijn bijna boven Mac!’ Net vóór de top staat Finny uit te blazen, met zijn pootjes in zijn zij. Finny vindt wandelen in de bergen leuk, maar hij is niet zo’n berggeit eh… bergmuis als Mac.

Mac haalt Finny met grote stappen in.

Terwijl Finny nog aan het klimmen is, geniet Mac al van het uitzicht.

Onderweg is er natuurlijk (vaak) tijd voor een muizenhapje. De muizenneefjes eten niet alleen maar kaas hoor; een stukje appel gaat er ook goed in. Bovendien lessen appeltjes ook de dorst!

Als de muisjes bijna terug zijn bij het vakantiehuisje, krijgt Finny extra energie. Kijk maar; als ze over de brug lopen, trippelt Finny zelfs vrolijk voorop, want hij weet wat hen te wachten staat. En wat dat is???

Ahaaa! Er staan twee heerlijke luie stoelen klaar.

Schoenen uit, pootjes omhoog, gezellig samen de avonturen van deze vakantiedag doornemen. Proost muizenmannen!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Een ontmoeting in Drenthe

Finny en Mac komen bij een wandeling in Drenthe een toren tegen. Niet zo maar een toren, maar een uitkijk toren.

‘Kom Finny, daar gaan we in klimmen! Ik weet PIEP zeker dat we dan een heel mooi uitzicht hebben.’ Mac rent zo hard als zijn kleine pootjes hem kunnen dragen naar de trap en Finny trippelt achter hem aan.

De eerste treden zijn makkelijk. Muisjes kunnen goed klauteren en een trap is geen probleem. Een beetje hoger in de toren is er geen trap meer. Je moet nu met een steile ladder omhoog. En die ladder is gemaakt voor mensenbenen en niet voor muizenpootjes…

Maar natuurlijk geven Finny en Mac niet op! Mac trekt zichzelf omhoog aan de treden van de ladder. Finny kijkt het kunstje van Mac af en doet hetzelfde.

Niet veel later zijn ze hoog genoeg uitgekomen om over het hek van de toren te kunnen kijken. Wat een mooi uitzicht! Ineens gaan Mac’s oren stijf overeind staan. Ziet hij iets bijzonders? Een Kattenmormel misschien?

‘Wat zie je Mac?’ vraagt Finny nieuwsgierig.
’Ik kan het niet geloven Finny! Er lopen hier Schotse Hooglanders, PIEP!’ Macs kraaloogjes stralen.

Aha! Ik snap waarom Mac zo enthousiast is. Schotse Hooglanders zijn runderen uit Schotland. En weet je wie er ook uit Schotland komt? Mac!!

Mac rent als een dolle muis van de ladder en de trap af. Eenmaal beneden rent hij in de richting waar hij de Schotse Hooglanders heeft zien grazen. Ik denk dat hij een praatje met ze wil maken. Misschien wel in het Schots?

Aha! Daar is de eerste al. Mac zwaait naar het grote, rossige beest. Finny is onder de indruk van de horens. Poeh… Als je niet uitkijkt prikken die horens zó in je muizenbillen!

Mac begint van alles te roepen naar de Schotse Hooglander:
‘HULLO! HOO ARE YE?’

Finny weet niet goed wat hij zegt, maar het klinkt een beetje als ‘hallo’?

Het grote beest lijkt niet onder de indruk. Hij loopt gewoon verder. Nou moe! Wat is dat nou. Dat is niet erg beleefd?

Mac haalt zijn schouders op. Hij heeft nog wel een lesje voor Finny:
’Dat was een vrouwtje, een koe. Dat zie je aan de horens; die krullen omhoog. Kijk PIEP! Daar loopt een mannetje, een stier. Zijn horens wijzen naar voren.’

Oh ja! Ik zie het ook! Kijk maar op de foto hieronder:

Het is wel duidelijk dat Mac als Schotse muis, veel over Schotse Hooglanders weet. En nu weten wij het ook!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Finny & Mac en de hunebedden

Finny & Mac gaan met ons mee naar Drenthe. Ze willen wel eens weten waarom de bedden in Drenthe zo interessant zijn.
Bedden in Drenthe? Oh, de muisjes bedoelen hunebedden!

Als de muizenneefjes aan het wandelen zijn, ziet Finny ineens een bord.
‘Hee Mac,’ piept Finny blij, ‘we hebben er eentje gevonden, het staat op het bord; hu-PIEP-bed D52. Hmmm…’ Finny wrijft over zijn snuitje. ‘Waarom heet dat bed D52? Dat is een rare naam!’

‘Wat een vreemd bed!’ Mac staat een beetje raar te kijken naar de stapel grote stenen voor hem.

‘Er staat een mens bij het hu-PIEP-bed; dan moet het wel bijzonder zijn! Maar het ziet er niet eh… zacht uit?’ Mac schudt zijn muizenbolletje. ‘Mensen zijn rare wezens. Maar ze houden ook van kaas. Dus misschien zien ze iets dat wij niet zien? Kom Finny! We gaan dichterbij kijken!’

De muisjes vinden het maar een gek iets, een hunebed. Ze besluiten er bovenop te klimmen. Je weet tenslotte nooit?

Als ze het hunebed aan alle kanten bekeken hebben, weten ze het zeker;
’Een hu-PIEP-bed is gewoon een berg stenen!’ piepen ze zó hard, dat het in Friesland zelfs te horen is.

Het is tijd om de muizenmannen iets meer te vertellen over hunebedden. Ik leg ze uit dat het niet zomaar een berg stenen is. 5.000 Jaar geleden hebben mensen deze stenen op elkaar gestapeld, om er een begraafplaats van te maken. De stenen zijn heel zwaar; wel 20.000 kilo per steen!

Finny kijkt moeilijk. Hij is even stil, maar piept dan; ‘Dat zijn wel 1.500 kazen per steen! Pffff… PIEP! Dat is heel zwaar!’
’Dat moeten hele sterke mensen geweest zijn!’ piept Mac met grote ogen.

Een dag later komen we bij een ander hunebed aan.

Finny wijst naar het hunebed, dat er heel anders uit ziet dan het hunebed van gisteren.
’Ik denk dat deze kapot is Mac. De stenen die er bovenop liggen, zijn gevallen!’

Mac reageert niet. Hij ziet iets anders in de verte. Zien jullie het ook? Er ligt nóg een hunebed.

De muisjes wandelen er naartoe.
’Deze ziet er veel beter uit Mac!’ piept Finny.

Finny heeft gelijk. Kijk eens hoe mooi al die zware stenen op elkaar liggen?

Dat willen Finny & Mac natuurlijk goed onderzoeken. Mac kijkt voorzichtig of er geen Kattenmormels onder de stenen zitten. Je kunt als muisje niet voorzichtig genoeg zijn.

Finny en Mac kijken hun ogen uit, terwijl ze onder het hunebed door lopen. Jammer genoeg zijn het geen zware kazen, anders hadden ze er een stukje uit kunnen knabbelen.

Finny heeft een idee: ‘Zullen we het andere hu-PIEP-bed repareren Mac? Als we elkaar helpen, lukt het ons vast wel om er een steen op te leggen. Dan is hij weer als nieuw!’

De muisjes trippelen blij naar het hunebed dat kapot is en zoeken een mooie steen uit.

‘Eén-twee-PIEP!!’
Finny & Mac tillen de steen op en schuifelen er voorzichtig mee naar het kapotte hunebed.

Met veel gezucht en gePIEP lukt het om de steen bovenop een grote steen van het hunebed te tillen.

Nog een beetje draaien…

‘JoePIEP!!’ piept Finny uit volle borst. ‘Wij zijn de geweldigste, beste, sterkste hu-PIEP-bedden bouwers van de hele PIEP wereld!’

Max schudt zijn muizenhoofdje. Gekke Finny!
’Kom Finny, ik heb honger gekregen van al dat gesjouw. Ik heb nog een stukje kaas in mijn rugzak zitten. Zullen we een plekje in het zonnetje zoeken om te gaan eten?’

Natuurlijk vindt Finny dat een goed plan! Niets smaakt zo lekker als een stukje kaas als je zo hard hebt gewerkt.

Mocht je binnenkort in Drenthe zijn, zou je eens kunnen kijken of je kleine steentjes op het hunebed ziet liggen. Misschien is dat het werk wel van Finny & Mac!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Finny & Mac wijzen de weg

Finny en Mac gaan graag met ons mee op vakantie. Net zoals wij, vinden ze het leuk om door de bossen te wandelen. Altijd op zoek naar avonturen. En natuurlijk smaken broodjes en kaasjes het lekkerste als je in de natuur bent. En de broodjes in Duitsland zijn natuurlijk het lekkerste van allemaal.

De muizenmannen lopen voorop. Ze wijzen graag de weg. Al moet je wel uitkijken; muisjes volgen graag hun neusjes. Dus als ze iets lekkers ruiken, veranderen ze soms de route.

Dit bordje op de boom vinden ze een beetje vreemd.

‘Wat is OH?’ piept Mac.
‘Er staat ook een pijl bij,’ piept Finny, ‘maar wat betekent dit? Dat we nu de lucht in moeten?’ Mac begint te lachen. ‘Als je naar beneden valt, roep je wel OH OH!’

Een stukje verder staat een bordje op de grond. Op muizenhoogte! Natuurlijk willen de muisjes hier graag mee op de foto. Kijk! Het bewijs dat ze écht in Duitsland zijn. En een echte wandeling hebben gemaakt. Net als de grote mensen!

Mac vindt het wel raar dat er geen pijltje bij dit bordje staat. Hoe weet je nou of je de goede kant op gaat? Mac wrijft met zijn pootjes over het paaltje. Misschien zit er een pijltje verstopt onder al dat groene mos?

Finny vindt het maar niks, want het paaltje staat los. ‘Kijk uit Mac, dadelijk duw je het paaltje omver!’ Maar het is al te laat…..

Het paaltje valt om… En rolt…. En rolt…. Hupsakeeee! Zo naar beneden! Mac stuift er achteraan. ‘Help me mee Finny!’ piept hij.
Finny haalt zijn schoudertjes op. Het is ook altijd hetzelfde. Mac doet iets doms en ik moet hem helpen om het op te lossen!

Maar natuurlijk laten de muisjes zo’n bordje ook niet zomaar ondersteboven op het pad liggen. Gelukkig hebben ze net een lekker Duits broodje op. Dus ze hebben energie voor 10!

Terwijl Finny het boomstammetje tegen houdt, klimt Mac er bovenop.
‘Zo gaat ie goed Finny! Nog maar een klein stukje en dan kunnen we hem overeind zetten.’

‘Eén… twee… PIEP!!’

Kijk nou, het is gelukt!
Finny en Mac hebben het bordje weer op zijn plek gezet. Wat goed!

‘Eh… Finny??? Ik weet het niet hoor? Volgens mij is het niet goed? Ik piep geen Duits, maar het ziet er een beetje anders uit dan eerst?’ Mac krabbelt achter zijn oren terwijl hij naar het bordje kijkt.
‘Het is goed Mac, we moeten verder,’ piept Finny. ‘Blauw is de lucht en de bomen zijn groen. Dus het klopt, want de lucht staat nu boven. Kom, we moeten verder!’

En daar gaan de muisjes weer. Avonturen en kaasjes let op; Finny en Mac komen eraan!

En als er iemand verdwaalt in de Duitse bossen; wij weten van niets. Ssssstttt….

Vrolijke groetjes,
Sandra

Dit verhaaltje draag ik op aan (schoon)pa, fan van het eerste uur.
Hopelijk geniet je hierboven ook nog van de avonturen van de malle muizenmannen pa! xxx

Finny & Mac in Hindeloopen

Finny & Mac kijken hoe de donkere wolken zich boven het IJsselmeer verzamelen. Best wel spannend! Zou het gaan stormen?

Gelukkig hebben ze hun warme mantels aan. Met grote mutsen, waar hun muizenoren de ruimte hebben als het gaat regenen. En óp die mantels is ook ruimte voor… De Friese vlag!

Kijk, zo kun je als muisje voor de dag komen in Hindeloopen!

Wat een mooie haven! Zouden hier ook piratenschepen komen?
Finny en Mac klauteren naar boven om te kijken wat er op het bord bij de haven staat. Misschien staat er wel iets over piraten op?

Nee, geen piratenboten in Hindeloopen. Maar wel veel mooie vissersboten.

‘Kijk Finny!’ Mac wijst naar het dorpje Hindeloopen in de verte. ‘Dat is een sluis!’
Finny kijkt Mac vragend aan. ‘Wat is een sluis?’
‘Ik zal het laten zien, kom!’ Mac trippelt vrolijk naar de sluis toe. Finny volgt nieuwsgierig.

‘Kijk!’ piept Mac. ‘Achter die deuren staat het water hoger. Ze houden het water tegen. Aan de andere kant zijn ook deuren. Als er een boot aan komt, gaan de deuren open. De boot vaart door de deuren. Dan gaan de deuren dicht en dan kan laat de sluiswachter het water zó stromen, dat de boot op de goede hoogte komt. En de sluis beschermt ook tegen het wilde zeewater als het stormt!’ Mac kijkt opzij en ziet dat Finny helemaal niet oplet.

‘Hee Finny PIEP! Ik ben iets uit aan het leggen, luister je wel?’ Het blijft stil, dus Mac draait zich ook om. Wat ziet Finny?

‘Volgens mij gaat het stormen Mac! Het wordt zó donker!’ Finny ziet een beetje bleek om de neus.
Inderdaad… die wolken zijn niet voor de poes!

Voorzichtig trippelen de muisjes over de steiger. Gelukkig zijn er nog geen grote golven, anders zouden ze zó het water in spoelen!

Maar Finny & Mac hebben iets anders gezien. Iets waardoor ze zich een beetje veiliger voelen. Ook al komen er donkere, dreigende wolken aan.

Weet je wat ze ontdekt hebben? Het reddingboothuisje van Hindeloopen!

‘Als de golven ons wegspoelen, komt de reddingsmaatschappij ons redden, joePIEP!’ piepen Finny & Mac in koor.

Oei… Ik weet iets dat de muisjes niet weten…

Er zit geen reddingsmaatschappij meer in dit huisje, maar een winkeltje dat vandaag toevallig niet open was.

Maar, geen zorgen! Natúúrlijk heeft de reddingsmaatschappij een reddingsstation in Hindeloopen. En het is zelfs véél groter dan dit kleine huisje, dus ze kunnen iedereen veilig houden. Op het water en op het land!

Vrolijke groetjes,
Sandra

De beste stuurmuizen zitten aan boord

Zoals jullie misschien in het vorige verhaaltje hebben gelezen, willen Finny & Mac héél graag varen. En dan is het een feest als je de volgende ochtend naar buiten loopt en je ziet…

Een boot!

De bekertjes aardbeienlimonade worden vlug leeg gedronken. Geen tijd te verliezen!

Vlug de klompjes en zwemvesten aan. Ze hebben zelfs een reddingsboei meegenomen!
Zouden ze bang zijn dat de reddingsvesten niet goed genoeg zijn na al die Friese kaasjes van gisteren?

Klepper-de-klep-klap! Finny & Mac trippelen over de steiger naar de boot. Het is een sloep. Je kunt lekker beschut zitten onder de kap. Een goede bescherming tegen regen, wind en veel zon. En overvliegende roofvogels natuurlijk!

Maar Finny & Mac gaan niet onder de kap zitten. Natuurlijk niet. Avontuurlijke muisjes gaan naast de stuurman zitten! En er wordt heel wat afgePIEPt.

‘Hee PIEP! Dat kan ik ook!’ roept Mac. ‘In onze auto zit ook zo’n stuur.’ Mac beweegt met zijn pootjes alsof hij de sloep aan het besturen is.
Finny is eerst nog wat stil. Hij klemt de reddingsboei stevig tussen zijn pootjes. Iets later lijkt Finny zich een stuk beter te voelen. De muisjes staan met zijn tweetjes bovenop de routekaart te springen.

Onze stuurmuizen weten het zeker; we varen PIEP verkeerd!

Als we even niet opletten, hangen de twee muizenneefjes aan het stuurwiel.
‘PIEP ahoy!’ roepen ze in koor.

Ho ho ho, kleine muizenmannen. Dit is veel te gevaarlijk. Als jullie je stuurmuiskunsten uit willen proberen, dan doe dat maar op een muizenbootje. We plukken de muisjes van het stuurwiel af en zetten ze vóór op de sloep.

Al snel blijkt dat niet zo’n goed idee. Wát een herrie kunnen die twee maken!

‘PIEP PIEP! We moeten naar LINKS!’ piept Mac. ‘Nee PIEP! Naar rechts!’

Totdat het ineens héél spannend wordt. We varen recht op een brug af! Kunnen we daar wel onderdoor? Onze hond Toryn komt een kijkje nemen…

Geen zorgen muisjes. De brugwachter doet de brug voor ons open!

Wát een avontuur!

De rest van de tocht zijn onze stuurmuizen een stukje rustiger. Er wordt alleen gepiept als ze vinden dat we een langzamer bootje in moeten halen: ‘Volle kracht vooruit PIEP!’

Wat een mooie dag op het water!

Vrolijke groetjes,
Sandra