Kamperen moet je leren

De nieuwe tent moet natuurlijk uitgeprobeerd worden. Mac weet een prachtige plek om de tent voor het eerst op te zetten; aan een meer! Ze laden alles in hun muizenauto (de M.O.U.S.E.) en PIEPsakee! Het kampeer avontuur kan beginnen.

Als de muisjes een poosje door het bos gereden zijn, komen ze bij een houten brug uit. Zouden ze hier met de auto overheen kunnen rijden? Finny stapt uit om te kijken of het veilig is. Hij springt en stampt met zijn muizenpootjes op de planken. ‘Kom maar Mac, dit gaat lukken!’ roept Finny blij.

Finny stapt in de auto, maar gaat niet zitten. Hij blijft op de uitkijk staan, want het is best spannend om zo het water over te steken. Stel je voor dat ze met hun auto in het water vallen!

Gelukkig gebeurt dat niet. Alle muizenpootjes blijven droog. JoePIEP! En nu op zoek naar een fijn plekje.

Finny en Mac rijden naar het meer toe. Het zand is op veel plaatsen erg nat. Hmmm… misschien is het toch beter om het wat hogerop te zoeken? Kamperen en met je muizenbillen in het water zitten is ook niet fijn.

De muisjes stappen weer in de auto en rijden een stukje verder. Opeens staat Finny op. ‘Daar moeten we naar toe Mac.’ Hij wijst omhoog.

JoePIEP! De muisjes hebben hun kampeerplek gevonden. Uitzicht over het meer, zonder gevaar voor natte billen. Tijd om de tent en stokken van de auto af te halen. Het is best hard werken, zeker in de warme zon!

Finny en Mac pakken de stokken uit. Ik ben benieuwd hoe ze dit aan gaan pakken, want ze hebben nog nooit een tent opgezet. Gelukkig zijn het geen losse stokken. Ze zitten aan elkaar vast. Zo raak je de stokken niet kwijt en hoef je niet uit te zoeken welke stokken bij elkaar horen.

Oh jee! Wat gebeurt er nu? Finny is met zijn broek aan een lange tentstok blijven hangen! Hij wordt zelfs de lucht in getild!

Gelukkig heeft hij sterke Mac, die hem net op tijd naar beneden kan trekken. ‘De stokken moet je in de lussen van de tent stoppen Finny, niet in je broek!’ Mac hikt van het lachen.

Kijk nou! Het is ze gelukt; de tent staat.

Finny kijkt een beetje teleurgesteld in de lege tent. ‘We zijn het lekkers vergeten Mac. Alle kaasjes, toastjes en aardbeienlimonade staan nog thuis…’

Mac krabbelt op zijn muizenbolletje en loopt weg. Finny blijft verbaasd achter. Wat gaat Mac doen?

Het duurt niet lang of Mac is terug met een emmertje vol….

Bramen!

Heerlijke, sappige, wilde bramen, vers van de braamstruik. Als dat geen feestje is! Kamperen moet je leren, maar ik denk dat de muisjes heel goed op weg zijn.

Als ze na een lange dag luieren in de zon naar huis rijden, met hun buikjes vol bramen, wordt er druk gepiept in de auto.

De muizenneefjes hebben zo te horen genoeg ideeën voor een volgend avontuur!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Finny & Mac stunten op het strand

In juli en augustus gaan veel mensen op vakantie of ze maken dagtripjes. Muisjes doen dat ook. Ze noemen dat ‘dagtrippels’.

Als de weermuis zegt dat het aan de kust lekker weer wordt, weten Finny & Mac wat ze moeten doen. ‘JoePIEP! We gaan een dagtrippel maken. Lekker naar het strand!’

Daar gaan de twee muizenneefjes. De weermuis had het goed; het is droog en het zonnetje komt zelfs af en toe achter de wolken vandaan. Er staat een lekker briesje en het is niet zo druk. Kattenmormels kom je op het strand niet zo vaak tegen, dus Finny & Mac kunnen onbezorgd genieten.

Maar wat draagt Mac toch op zijn schouder? Wat zit er in die geruite tas? Het lijkt wel een Schots stofje. Mac komt uit Schotland. Zou er een doedelzak in de tas zitten?

Finny heeft een lekker plekje op de handdoek gevonden. Hij gebruikt zijn rugzak als kussen en laat de zonnestralen zijn muizensnuit verwarmen.

Ondertussen pakt Mac de geheimzinnige tas uit. Kijk nou? Er zit een vlieger in! En niet zomaar een vlieger, het is een STUNTvlieger. Dat is een vlieger die je kunt besturen. Je kunt hem van links naar rechts en van boven naar onder laten gaan. En je kunt hem rondjes in de lucht laten draaien. Hartstikke stoer!

Mac zet de vlieger in elkaar. Elk stokje moet op de juiste plek zitten. Het doek moet strak gespannen worden. De lijnen moeten precies op de juiste plek vast zitten. Als er iets niet goed zit, dan kan de vlieger niet vliegen. En al helemaal niet stunten!

Finny kijkt vol spanning toe terwijl Mac als een bezig bijtje om de vlieger heen trippelt. Zou het lukken?

‘JoePIEP! Goed gedaan Mac!’ juicht Finny, terwijl hij zijn muizenpootjes in de lucht gooit. Finny is hartstikke trots op zijn neef. Kijk; de vlieger vliegt nu al. Finny hoeft hem niet eens de lucht in te gooien.

Mac speelt voorzichtig met de lijnen. Alles lijkt in orde, dus de lange besturingslijnen kunnen vastgemaakt worden. Stunten maar!

‘Nu gaat het gebeuren Finny! Eén… twee… Hellup PIEIEIEIEIEIEPPP!!!!!’

Oei! Dat klinkt niet goed. Finny stuift overeind. Hij rent zo hard als zijn muizenpootjes hem kunnen dragen in de richting van de verschrikkelijk harde piep.

Zie ik daar Mac’s schoenen liggen? Mac is toch niet de lucht in gevlogen?!

Oooooh jeeee…. Mac is niet gaan vliegen, maar wel gaan stunten. De vlieger is te sterk voor hem. Mac wordt op zijn bolle muizenbuikje over het strand gesleept. Hij blijft de lijnen vasthouden, want hij wil zijn vlieger niet kwijt raken. Dadelijk wordt hij nog de zee in gesleept!

Gelukkig kan Finny héél snel rennen. Als hij bijna bij Mac is, maakt hij een grote sprong en hij grijpt Mac bij zijn blote pootjes. Met zijn tweetjes zijn Finny & Mac sterk én zwaar genoeg om de vlieger te stoppen.

De muisjes staan op en vegen het zand van hun snorharen en oren. Het zand valt zelfs uit de broekspijpen van Mac!

Mac begint te lachen. ‘Nou, dit was niet de stunt die ik in gedachten had Finny! Hihihihi!’
Finny’s snorharen beginnen te trillen en het duurt niet lang of de muisjes staan allebei te schuddebuiken van het lachen.

‘Hee Mac, ik heb een idee!’ Finny wrijft over zijn snuitje. ‘Wat als we sámen gaan stunten? Samen zijn we sterk genoeg.’

Zo gezegd, zo gedaan. De muisjes moeten even oefenen, maar het duurt niet lang of ze laten de vlieger stunten, zonder zelf te stunten. Mac stuurt de vlieger en Finny houdt hem vast.

En natuurlijk wisselen ze af en toe, want Finny wil ook graag leren hoe je een stuntvlieger bestuurt.

Ze laten de vlieger rondjes draaien totdat ze er duizelig van worden. Wat een heerlijke dagtrippel, zo mogen er nog veel meer komen!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Finny & Mac in het Nederlands Openluchtmuseum – Deel 2

Finny & Mac zijn op kaasjacht in het Nederlands Openluchtmuseum (klik hier voor het eerste deel van dit verhaal). Na een tocht vól ontdekkingen, maar zonder kaas, komen ze ineens dit gebouw tegen: “Freia”. Het is een vrolijk gebouw met luiken. Geschilderd in rood, donkergroen en… KAASgeel!

En deze keer vallen de muizenneefjes met hun neus in de boter, want het is een kaas- en roomboterfabriek!

Dat van die roomboter geloven ze wel. Maar káás! Eindelijk! Met hun muizensnuitjes tegen het raam gedrukt turen ze naar binnen.
‘Ik zie heel veel kaas Mac,’ piept Finny enthousiast, ‘laten we naar binnen gaan!’
Muisstil, maar razendsnel trippelen ze de fabriek in.

‘Kijk nou Mac, planken vol met kaas!’ Finny kijkt vol ontzag naar boven. Mac zegt niet veel, maar klautert snel omhoog.

Uit volle macht duwt hij tegen een grote, goudgele kaas aan. Er is geen beweging in te krijgen. ‘Kom eens helpen Finny,’ piept Mac. Ook Finny laat zijn spierballetjes rollen, maar ze hebben geen geluk. De grote kaas is gewoon te zwaar. Zelfs voor twee avontuurlijke muizen!

‘Wat is dat?’ vraagt Mac, terwijl hij naar een grote kuip wijst. Finny haalt zijn schouders op. Ook hij heeft geen idee. De muisjes hijsen zich naar boven en gaan op de rand van de kuip staan.

‘Zou dit een bad voor stinkkazen zijn?’ vraagt Mac.
‘Of misschien houden mensen hier wel eens een kaasfondue feestje?’ Finny’s oogjes glinsteren. Dat ziet hij wel zitten! ‘Daar mogen ze ons de volgende keer wel voor uitnodigen!’ piept Finny enthousiast. Mac schudt zo hard ‘JA’ dat zijn oortjes ervan op en neer wapperen.

Maar ja… Er is nu geen kaasfondue feestje. De grote kazen zijn te zwaar om mee te nemen. Finny staat in het Kaaslokaal druk te gebaren naar Mac.
‘We moeten op zoek gaan naar kleine kaasjes Mac! Die zijn hier vast ergens te vinden. We moeten gewoon góed zoeken.’ Finny wil het niet opgeven. Ze zijn nu zó dichtbij!

De muisjes trippelen heel de fabriek door, op zoek naar kleine kaasjes. Muizenkaasjes voor kaasbaasjes!

‘Kijk nou!’ piept Finny blij. Hij heeft de deksel van een houten tonnetje gehaald en een kleiner kaasje ontdekt. Deze is nog steeds te groot om mee te nemen, maar het begint erop te lijken!

Finny en Mac hebben nu de kaassmaak helemáál te pakken. Ze rennen, klimmen, snuffelen wat zeg ik; ze VLIEGEN bijna de kaasfabriek door!

En de beloning?
Kijk zelf maar.

Ik denk niet dat je twee trotsere muisjes kunt vinden dan Finny en Mac.
Zelfs het merk van de kaas is perfect; ‘De Lachende Muis’. En lachen doen ze zeker!
Al is Mac misschien wat té enthousiast geweest. Zijn kaas is half zo groot als hij zelf is. Hij moet hem rollen, want tillen gaat niet. Rollen over de straat gaat makkelijk, maar een kaas door het gras heen rollen, is een ander verhaal. Mac moet hard werken voor zijn kaas!

Oh nee!! De Lachende Muis Kaas ontsnapt!!!

Mac rent zo hard als zijn muizenpootjes hem kunnen dragen achter zijn kaas aan.
‘StopPIEP! Daar is wa-wa-water!’ hijgt Mac. Maar Mac is te laat…
PLONS!!!!

Een minuutje geleden was Mac, net zoals zijn kaas, nog de lachende muis. Maar nu is hij veranderd in Moppermuis.
‘Het scheelde zó weinig Finny! Ik had hem bijna te PIEP pakken! Duizend katten op een vuurpijl, PIEP! Had ik tóch maar een kleine kaas meegenomen, net als jij Finny.’

Finny laat Mac even alleen, zodat hij stoom af kan blazen. Mac blijft maar babbelen. Hij heeft 1.001 ideeën. Over hoe hij het de volgende keer gaat doen, dat ze niet meer langs water moeten lopen met kaas, dat ze gewoon eerst een stuk kaas op hadden moeten eten en, en, en…. Langzaam wordt Mac minder boos, maar een beetje verdrietig is hij nog wel.

Mac veert ineens omhoog. Daar komt Finny aan met… tja, met wát?

Finny trippelt over de ophaalbrug van het Zaanse dorpje. ‘PIEPffff…’ puft Finny, terwijl hij een prachtig (en voor muisjes gróót) blikje naar Mac sjouwt.

Mac kan zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen, stopt met babbelen en maakt het blikje open. Wat zijn dat voor een kaas-gele snoepjes? Het duurt niet lang of Mac proest het uit van het lachen.
‘Ik snap het al Finny, ik stop met babbelen over de verloren kaas en ik ga lekker snoepen van deze ROOMBOTER BABBELAARS, joePIEP!’ Enthousiast grabbelt Mac naar een babbelaar in het blikje.

‘Bonkjewol bieve Binny!’ piept Mac. Hij is bijna niet te verstaan met die dikke babbelaar in zijn mond, haha!

‘Kom Mac, we gaan naar huis!’ piept Finny. ‘We hebben nog een hele Lachende Muis kaas over en die gaan we vanavond lekker samen opeten!’
‘BoeBIEB!’ juicht Mac met bolle wangetjes.

En zo komt er een einde aan het avontuur van Finny & Mac in het Nederlands Openluchtmuseum. Nogmaals hartelijk dank aan het personeel/vrijwilligers van het Openluchtmuseum. Tot een volgende keer!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Finny & Mac in het Nederlands Openluchtmuseum – Deel 1

Finny & Mac gaan met ons mee naar het Nederlands Openluchtmuseum en ze maken er een feestje van!

Terwijl de muizenneefjes naar de Zaanse huisjes en de ophaalbrug kijken, smeden ze hun plannetjes. Totdat hun gevoelige muizenneusjes iets oppikken.

‘Ik ruik frietjes!’ piept Mac.
‘En ik ruik POFFERTJES!’ piept Finny.
‘JoePIEP! Het is hier geweldig!’ piepen de muisjes in koor.

Plannetjes bedenken is leuk, maar muizenbuikjes vullen is altijd beter. Dus ze pakken hun rugzakjes en volgen de heerlijke geuren die op de wind lijken te dansen.

Ze trippelen enthousiast naar de ophaalbrug; dáár komen de geuren vandaan. Totdat Mac zich bedenkt. Hij blijft stokstijf staan.
‘Hee Finny, wat als we hier ook káás zouden kunnen vinden? Dat is nog beter dan frietjes en PIEPpoffertjes, toch?’

Finny stopt nu ook. Terwijl hij naar alle mooie huisjes kijkt, trillen zijn snorharen. En als Finny’s snorharen trillen, dan weet je dat hij héél diep aan het nadenken is. Muisachtig diep!

‘Misschien heb je gelijk Mac’, piept Finny, terwijl hij over zijn bolletje wrijft. ‘Niets is zo Nederlands als kaas, dus dan moet er in het Nederlands OpenluchtMUISeum wel kaas te vinden zijn. Steek je neus hoog in de lucht Mac, we gaan op kaasjacht!’

‘Een molen in de kleuren van een koe; zwart-wit!’ juichen de muisjes in koor.
‘Dan kan de kaas niet ver weg zijn’, piept Mac, terwijl hij met zijn pootjes langs zijn snorharen wrijft. Het lijkt wel alsof Mac de kaas in gedachten al opgegeten heeft!

Finny & Mac houden van eten, maar ook van avonturen. Dus als ze bij de scheepswerf komen, vergeten ze heel even dat ze op kaasjacht zijn. Want met boten kun je avonturen beleven.

‘Dat is een mooie boot Mac!’ piept Finny, terwijl Mac nog aan het klimmen is.

Maar Mac heeft iets beters gezien. Hij wijst naar een grotere boot. Een boot met de kleur van een rijpe, belegen kaas. Als ze ooit in een boot gaan varen, dan moet het deze zijn!

In gedachten beleven de muisjes spannende avonturen, waarbij ze muizenprinsessen redden van vuurspuwende katten eh… draken. En van de muizenkoning krijgen ze als beloning een hele boot vol rijpe, geurende kaas.

De fantasie van de muisjes slaat helemaal op hol. Ineens ziet Finny een bord:

Teer?
Harpuis?
Het rijmt op ‘muis’, maar het klinkt helemaal niet lekker. Terwijl Finny het bord leest en zich afvraagt of je ‘harpuis’ kunt eten, hoort hij Mac ineens mopperen.

‘Duizend kaasbollen en een kaassouflé PIEP! Haal dit net van me af Finny! Het wil me opeten!’ Mac zwaait met zijn pootjes, maar door zijn geworstel komt hij steeds vaster te zitten. Finny rent snel naar Mac toe om hem te bevrijden uit het visnet.

‘Laten we verder gaan Mac, het is hier gevaarlijk. Jij zat vast in een visnet en dadelijk vallen we nog in een kan met teer. En je ruikt nu naar vis. Als ze hier ook Kattenmormels hebben, dan is dat pieperdePIEP gevaarlijk!’

De muisjes lopen snel verder, maar dan is er weer iets anders dat ze zien; klompen!

‘Oh…’ piept Finny zachtjes.’Kijk nou Mac, echte houten klompen. Die heb ik altijd al willen proberen.’ Mac begint te lachen. ‘Die zijn toch veel te groot Finny. Daar kun je bijna in wonen. Of varen!’

‘Oh Finny, kom snel!’ piept Mac ineens opgewonden. ‘Ik zie een KAAS rijden!’

De rijdende kaas is geen kaas, maar een tram. De tram rijdt de hele dag rond. Mensen en muisjes kunnen er lekker in gaan zitten en dan zien ze het hele park. Zonder moe te worden. En als het regent, word je ook niet nat!

Finny en Mac zijn meteen enthousiast. Zeker als ze zien dat het museum nog tramconducteurs zoekt. Eens kijken of die pet ze past!

Nou, ik denk het niet, kleine muizenvriendjes! Zelfs samen zijn jullie nog te klein…

Een beetje teleurgesteld lopen Finny en Mac verder. Geen kaas. Geen boot. Geen klompen. Geen tramconducteur… Maar wat is dat?

BROODBAKKERIJ
Dat klinkt heel deftig. Zouden ze ook koekjes hebben? Finny gluurt om het hoekje.

Er is veel méér dan brood te vinden in de broodbakkerij! JoePIEP!

Finny en Mac hebben heerlijke koek kunnen kopen. Koek in muizenpuntjes. Nu nog een plekje vinden om die heerlijke koek veilig op te kunnen peuzelen.

Niet veel later zitten de muizenneefjes samen op een groene berg.
‘Wat een fijn plekje hebben we gevonden!’ piept Finny met een volle mond. ‘Een mooie plek om nieuwe plannen te maken.’
Mac is het helemaal met hem eens: ‘Dit is een hele goede en veilige plek om nieuwe plannetjes te maken voor onze kaasjacht Finny. Ik weet zeker dat hier in het OpenluchtMUISeum kaas te vinden is!’

Oh jee… Zien jullie waar de muisjes zijn gaan zitten? Dit is helemaal geen groene berg. En ik weet ook niet of dit veilig is. Ze zitten op een plaggenhut en de deur staat open. Nu maar hopen dat er geen Kattenmormels wonen. Zeker omdat Mac nog steeds een beetje naar vis ruikt…

Wordt vervolgd!

Met dank aan het vriendelijke personeel/vrijwilligers van het Openluchtmuseum!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Dolle pret op het strand!

Finny sloft door de duinen en moppert een beetje: ‘Hoezo, de zee is leuk? Ik zie geen zee. Ik zie alleen maar zand. Ik voel alleen maar zand, PIEPbah! Het kruipt overal tussen. Als ik vanavond een toastje met smeerkaas eet, zitten er vast nog steeds zandkorrels tussen mijn tanden, jakkiePIEP!’

Mac loopt ver voor Finny uit. Hij trekt zich niets aan van het gemopper van zijn muizenneefje. Sterker nog; hij heeft iets ontdekt! Mac springt en stuitert van enthousiasme: ‘Kom op Finny, loop eens door! Dit móet je zien!’

Finny sloft achter Mac aan. Hij kan zich niet voorstellen wat er nou zo leuk is. Het loopt zo zwaar, dat zand. Zeker als je omhoog moet klimmen.

Als ze bovenop de duinen zijn aangekomen, duwt Mac de grassprieten opzij en piept opgewonden: ‘JoePIEP Finny, kijk! Het is de ZEE! Het is ons gelukt, we zijn bij de zee!’

Finny en Mac kijken hun ogen uit. Zo ver als hun kleine kraaloogjes kunnen kijken, zien ze water. Meteen piepen ze honderduit over alle leuke dingen die je op het strand kunt doen. Strandjutten, vliegeren, pootjebaden… En daarna? Een blokje zoute, oude kaas aan een prikkertje met een vlaggetje, dat wappert in de wind!

De muizenvriendjes nemen niet meer de moeite om naar beneden te lopen. Nee, ze glijden gewoon naar beneden!

JoePIEP! Wat een plezier!

Maar… Wat is dat? Finny en Mac zijn ineens muisstil.
Onderaan de duinen ligt iets. Het is een vogel. Een dode vogel.

‘Ojee,’ piept Mac zachtjes, ‘zou een haai dit gedaan hebben?’ Mac heeft ineens geen zin meer om te gaan pootjebaden.
Finny legt troostend zijn pootje op Macs schouder en piept dapper: ‘Haaien lusten vast geen muisjes. Wij zijn veel te klein en kriebelen op de tong. En bovendien hebben wij een haaienvriend!’
‘JAAAA!’ piept Mac opgelucht: ‘De Koekjeshaai!’

Het verhaal van Finny & Mac en de Koekjeshaai vind je hier.

De muisjes lopen weer verder en kijken hun ogen uit; wat liggen er veel schelpen op het strand!

Finny heeft een mooie schelp gevonden die goed bij zijn broekje past.

Mac neemt een donkergrijze schelp mee.

Ze lopen terug naar de duinen, waar Mac begint te graven. Wat slim! De muisjes hebben hun vlieger hier verstopt, zodat ze niet zo hoeven sjouwen. De schelpjes worden in de schuilplaats gelegd en de vlieger nemen ze mee naar het strand.

Het is een bestuurbare vlieger!
‘Goed vasthouden Finny! Ik loop naar achteren en als ik ‘PIEP’ roep, moet jij de vlieger omhoog gooien.’ Mac probeert de draadjes zo strak mogelijk te houden terwijl hij naar achteren loopt.

‘Ben je er klaar voor Finny? Eén, twee, PIEP!’ roept Mac.

Finny springt in de lucht en gooit de vlieger zo hoog mogelijk de lucht in.

JoePIEP!!! Het is gelukt!

De muisjes blijven met de vlieger spelen totdat de zon ondergaat. En dan is het tijd voor een blokje kaas. Pootjebaden hebben ze niet meer gedaan. Ik denk dat jij wel weet waarom!

Vrolijke groetjes,
Sandra