Vakantie in het Westerwald – 3

Waar zijn jullie nu muisjes?

‘Wij zijn op de beer geklommen!’ piepen Finny en Mac in koor.
Dat klinkt een beetje gevaarlijk, maar gelukkig is de beer van hout.

De wandeling van vandaag gaat weer langs én dóór de rivier de Nister. Hmm… in een muizenzwembadje badderen is leuk, maar stromend water is toch een beetje anders.

De muizenneefjes proberen over de stenen naar de overkant te lopen, maar besluiten om te draaien. De stenen zijn nat, glad en wiebelen een beetje. Nee, zo durven ze niet over te steken. Er moet vast een andere manier zijn.

En die is er ook! Er is een boom omgevallen. Hij ligt helemaal over de rivier heen. Hij is bedekt met mos. Voor mensenvoeten zou het gevaarlijk zijn om hierover te lopen, maar voor muizenvoetjes is dit geen probleem. JoePIEP!

Iet verderop komen Finny en Mac tot hun verbazing een tentenkamp tegen. Een heel grasveld vol met tipis. Een tipi is een indianentent. Zouden hier ook indianen wonen?

De muisjes zien helemaal niemand. Geen indianen. Zelfs geen indianenmuizen (zouden die bestaan?).
Van het zien van al die indianententen begint het te kriebelen bij de muisjes. Zij hebben natuurlijk óók een tent.

‘Kijk nou toch Finny,’ piept Mac, ‘dit is toch geweldig! Zullen wij vanavond ook gaan kamperen?’

Als de muisjes ‘s avonds terugkomen bij het vakantiehuisje, laten ze er geen gras over groeien. Deze keer geen tijd voor de luie stoelen. En ook niet voor het zwembad. De tent moet opgezet worden voordat het donker is!

Het wordt een race tegen de klok. Langzaam gaat de zon onder. Finny en Mac zien bijna niets meer.

Maar het is gelukt! En kijk; ze hebben zelfs een echt kampvuur gemaakt!

Vanavond doen Finny en Mac net alsof ze muizenindianen zijn. Ze zitten lang bij het kampvuur, eten gegrilde kaas en gepofte appeltjes. Met hun buikjes vol, kijken ze omhoog om van de fonkelende sterren te genieten. Zo mag de vakantie nog maanden duren!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Kamperen moet je leren

De nieuwe tent moet natuurlijk uitgeprobeerd worden. Mac weet een prachtige plek om de tent voor het eerst op te zetten; aan een meer! Ze laden alles in hun muizenauto (de M.O.U.S.E.) en PIEPsakee! Het kampeer avontuur kan beginnen.

Als de muisjes een poosje door het bos gereden zijn, komen ze bij een houten brug uit. Zouden ze hier met de auto overheen kunnen rijden? Finny stapt uit om te kijken of het veilig is. Hij springt en stampt met zijn muizenpootjes op de planken. ‘Kom maar Mac, dit gaat lukken!’ roept Finny blij.

Finny stapt in de auto, maar gaat niet zitten. Hij blijft op de uitkijk staan, want het is best spannend om zo het water over te steken. Stel je voor dat ze met hun auto in het water vallen!

Gelukkig gebeurt dat niet. Alle muizenpootjes blijven droog. JoePIEP! En nu op zoek naar een fijn plekje.

Finny en Mac rijden naar het meer toe. Het zand is op veel plaatsen erg nat. Hmmm… misschien is het toch beter om het wat hogerop te zoeken? Kamperen en met je muizenbillen in het water zitten is ook niet fijn.

De muisjes stappen weer in de auto en rijden een stukje verder. Opeens staat Finny op. ‘Daar moeten we naar toe Mac.’ Hij wijst omhoog.

JoePIEP! De muisjes hebben hun kampeerplek gevonden. Uitzicht over het meer, zonder gevaar voor natte billen. Tijd om de tent en stokken van de auto af te halen. Het is best hard werken, zeker in de warme zon!

Finny en Mac pakken de stokken uit. Ik ben benieuwd hoe ze dit aan gaan pakken, want ze hebben nog nooit een tent opgezet. Gelukkig zijn het geen losse stokken. Ze zitten aan elkaar vast. Zo raak je de stokken niet kwijt en hoef je niet uit te zoeken welke stokken bij elkaar horen.

Oh jee! Wat gebeurt er nu? Finny is met zijn broek aan een lange tentstok blijven hangen! Hij wordt zelfs de lucht in getild!

Gelukkig heeft hij sterke Mac, die hem net op tijd naar beneden kan trekken. ‘De stokken moet je in de lussen van de tent stoppen Finny, niet in je broek!’ Mac hikt van het lachen.

Kijk nou! Het is ze gelukt; de tent staat.

Finny kijkt een beetje teleurgesteld in de lege tent. ‘We zijn het lekkers vergeten Mac. Alle kaasjes, toastjes en aardbeienlimonade staan nog thuis…’

Mac krabbelt op zijn muizenbolletje en loopt weg. Finny blijft verbaasd achter. Wat gaat Mac doen?

Het duurt niet lang of Mac is terug met een emmertje vol….

Bramen!

Heerlijke, sappige, wilde bramen, vers van de braamstruik. Als dat geen feestje is! Kamperen moet je leren, maar ik denk dat de muisjes heel goed op weg zijn.

Als ze na een lange dag luieren in de zon naar huis rijden, met hun buikjes vol bramen, wordt er druk gepiept in de auto.

De muizenneefjes hebben zo te horen genoeg ideeën voor een volgend avontuur!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Verkoopt u ook tentjes voor muizen?

Finny & Mac gaan winkelen. Ze hebben gelezen dat je tenten met korting kunt kopen. En weet je waar? Bij een winkel met de naam van een knaagdier; de bever!

Mac weet het zeker; hier kunnen ze een prachtige tent kopen. Hij ziet het al voor zich; samen met Finny de mooiste avonturen beleven. ‘s Avonds samen kaasjes eten in de tent. Een kampvuur maken en marshmellows roosteren of appels poffen. Kamperen is een muisachtig groot avontuur!

Met een folder vól aanbiedingen loopt hij voorop. Finny weet het niet. Zou een winkel voor mensen wel tentjes voor muisjes verkopen?

‘Wauw PIEP! Een groene tent Finny! Die is mooi!’ Mac zwaait enthousiast met zijn pootjes.

‘Gekke Mac, deze tent is veel te groot. Hier past jouw hele familie in. En ik denk dat mijn familie er dan ook nog bij kan. We willen gaan kamperen, geen feestjes vieren!’ moppert Finny.

Finny en Mac dwalen door de winkel. Ze bekijken heel veel tenten, maar ze zijn allemaal te groot.

‘Zullen we het eens gaan vragen?’ piept Mac. Dat vindt Finny een goed idee, dus ze trippelen naar een verkoper.

‘Hallooo PIEP! Verkoopt u ook tentjes voor muisjes?’ schreeuwt Mac. Mensen zijn een beetje doof, dus je moet als muisje wat harder piepen om gehoord te worden.

De vriendelijke verkoper kijkt verbaasd naar beneden. Aan zijn voeten ziet hij twee muisjes staan. Ze kijken hem een beetje aarzelend, maar ook heel ondeugend aan.

‘Nou…’ zegt de verkoper met een zachte stem (hij weet denk ik dat muisjes hele goede oren hebben) ‘ik denk dat ik wel iets voor jullie heb. We hebben nog één ieniemienie tentje in de aanbieding. Hij staat daarachter in de hoek. Ga maar eens kijken.’

Dat laten de muisjes zich geen twee keer zeggen. Ze rennen zo hard als hun muizenpootjes ze kunnen dragen naar de hoek die de verkoper aanwijst.

‘Ooooohhhh… een blauwe tent!’ piept Finny blij. Finny’s lievelingskleur is blauw.

Finny loopt naar binnen. De tent is perfect; méér dan genoeg ruimte voor twee muisjes én een voorraadje kaas.
Mac kijkt toe hoe Finny de tent in loopt en hij moet een beetje lachen; de tent heeft bijna dezelfde kleur als de schoenen van Finny.

‘JoePIEP!!’ piept Mac enthousiast. ‘Deze gaan we kopen Finny!’

De verkoper laat zien hoe ze de muizentent af moeten breken. De tent wordt netjes opgevouwen en in een zakje gestopt. De tentstokken gaan in een ander zakje.

Even later staan de muizenneefjes buiten. Ik mocht ze met de auto naar huis brengen. Tijdens de rit worden er al heel veel plannetjes gesmeed.

M(u)issie geslaagd. De kampeer avonturen kunnen beginnen. Spannend!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Dankjewel voor de gastvrijheid Bever!