Finny sloft door de duinen en moppert een beetje: ‘Hoezo, de zee is leuk? Ik zie geen zee. Ik zie alleen maar zand. Ik voel alleen maar zand, PIEPbah! Het kruipt overal tussen. Als ik vanavond een toastje met smeerkaas eet, zitten er vast nog steeds zandkorrels tussen mijn tanden, jakkiePIEP!’
Mac loopt ver voor Finny uit. Hij trekt zich niets aan van het gemopper van zijn muizenneefje. Sterker nog; hij heeft iets ontdekt! Mac springt en stuitert van enthousiasme: ‘Kom op Finny, loop eens door! Dit móet je zien!’
Finny sloft achter Mac aan. Hij kan zich niet voorstellen wat er nou zo leuk is. Het loopt zo zwaar, dat zand. Zeker als je omhoog moet klimmen.
Als ze bovenop de duinen zijn aangekomen, duwt Mac de grassprieten opzij en piept opgewonden: ‘JoePIEP Finny, kijk! Het is de ZEE! Het is ons gelukt, we zijn bij de zee!’
Finny en Mac kijken hun ogen uit. Zo ver als hun kleine kraaloogjes kunnen kijken, zien ze water. Meteen piepen ze honderduit over alle leuke dingen die je op het strand kunt doen. Strandjutten, vliegeren, pootjebaden… En daarna? Een blokje zoute, oude kaas aan een prikkertje met een vlaggetje, dat wappert in de wind!
De muizenvriendjes nemen niet meer de moeite om naar beneden te lopen. Nee, ze glijden gewoon naar beneden!
JoePIEP! Wat een plezier!
Maar… Wat is dat? Finny en Mac zijn ineens muisstil.
Onderaan de duinen ligt iets. Het is een vogel. Een dode vogel.
‘Ojee,’ piept Mac zachtjes, ‘zou een haai dit gedaan hebben?’ Mac heeft ineens geen zin meer om te gaan pootjebaden.
Finny legt troostend zijn pootje op Macs schouder en piept dapper: ‘Haaien lusten vast geen muisjes. Wij zijn veel te klein en kriebelen op de tong. En bovendien hebben wij een haaienvriend!’
‘JAAAA!’ piept Mac opgelucht: ‘De Koekjeshaai!’
Het verhaal van Finny & Mac en de Koekjeshaai vind je hier.
De muisjes lopen weer verder en kijken hun ogen uit; wat liggen er veel schelpen op het strand!
Finny heeft een mooie schelp gevonden die goed bij zijn broekje past.
Mac neemt een donkergrijze schelp mee.
Ze lopen terug naar de duinen, waar Mac begint te graven. Wat slim! De muisjes hebben hun vlieger hier verstopt, zodat ze niet zo hoeven sjouwen. De schelpjes worden in de schuilplaats gelegd en de vlieger nemen ze mee naar het strand.
Het is een bestuurbare vlieger!
‘Goed vasthouden Finny! Ik loop naar achteren en als ik ‘PIEP’ roep, moet jij de vlieger omhoog gooien.’ Mac probeert de draadjes zo strak mogelijk te houden terwijl hij naar achteren loopt.
‘Ben je er klaar voor Finny? Eén, twee, PIEP!’ roept Mac.
Finny springt in de lucht en gooit de vlieger zo hoog mogelijk de lucht in.
JoePIEP!!! Het is gelukt!
De muisjes blijven met de vlieger spelen totdat de zon ondergaat. En dan is het tijd voor een blokje kaas. Pootjebaden hebben ze niet meer gedaan. Ik denk dat jij wel weet waarom!
Vrolijke groetjes,
Sandra