Vrolijk knabbelend aan een stukje kaas loopt Mac over het aanrecht. De brutale aap eh… muis heeft onze koelkast weer eens open gekregen!
Maar Mac voelt zich niet helemaal op zijn gemak. Het lijkt wel alsof hij bekeken wordt! De haartjes in zijn nek staan recht overeind. Dat is een teken van GEVAAR!
Als hij rond kijkt ziet hij ineens een beest op een plank staan. Een beest met tanden. Scherpe tanden! Is dat een… haai? Het is een HAAI!!
Weg met die kaas! Ren voor je leven Mac!
Het duurt niet lang of Mac komt terug. Met versterking; Finny wil graag zien of het verhaal van Mac wel waar is. Want haaien leven toch alleen in de zee?
Finny & Mac gluren over het randje van het aanrecht. De haai is stil. Zijn witte tanden blinken.
‘Hij lijkt wel bevroren,’ piept Finny ‘ik ga een kijkje nemen Mac!’
Finny klautert op het aanrecht en verstopt zich achter de waterkoker. Zijn zwarte kraaloogjes houden de haai goed in de gaten. Hij is klaar om weg te rennen als de haai beweegt.
Maar de haai beweegt niet. Finny begint de haai uit te dagen; hij gooit zijn pootjes in de lucht en roept: ‘Joehoeoeoe PIEP! Hier ben ik! Haai, haai, wat ben je saai!’
Mac begint te lachen om zijn malle neef, maar is ook een beetje ongerust en piept zachtjes naar Finny: ‘Kijk uit Finny! Die haai heeft wel een stuk uit dat surfboard gehapt!’
Finny draait zich om en kijkt Mac aan. ‘Ik denk dat we niets te vrezen hebben van deze haai. Weet je wat er op het surfboard staat Mac? COOKIE jar!’
Cookie? Zoals het Engelse woord voor… Koekje???
Dat is het toverwoord dat alle schrik laat verdwijnen. ‘Ik denk dat er koekjes in zijn buik zitten!’ piept Mac enthousiast. Mac springt op het aanrecht en heeft meteen een plan: ‘We gebruiken die bakjes om een trapje te maken Finny.’
Samen schuiven de muisjes de bakjes in de richting van de haai.
‘Het is niet hoog genoeg Mac!’ piept Finny. ‘We gebruiken de weegschaal ook als trap!’
Mac springt op de weegschaal, zodat Finny hem de bakjes aan kan geven.
Ineens ziet Finny iets waardoor hij héél hard begint te piepen: ‘Sa-PIEP-erdeflap Mac! Wat ben je zwáár geworden! 123 gram! Dat is net zoveel als een halve pak koekjes!’
‘Doe niet zo gek Finny,’ piept Mac, ‘dat komt omdat ik op de weegschaal gesprongen ben. Wacht maar even.’ Mac blijft doodstil staan.
Aha! Nu zegt de weegschaal dat Mac nog maar 82 gram weegt.
Finny is tevreden: ‘Onder de 3 cijfers is prima Mac! Daar kan nog wel een koekje bij!’
Finny en Mac stapelen de doosjes op de weegschaal.
Mac staat naast de haai en wijst waar Finny naar toe moet gaan.
Finny prikt voor de zekerheid nog één keer in de buik van de haai om zeker te weten dat hij niet leeft!
Mac springt omhoog en gaat met héél zijn gewicht aan de haaienvin hangen. Toch maar goed dat hij 4 keer zoveel weegt als een gewone huismuis!
Finny juicht: ‘JoePIEP Mac! De bek van de haai is open!’
Mac klautert naar boven en…
Hij duikt zó de bek van de haai in. Dat ziet er best eng uit, zo’n muisje tussen die scherpe tanden!
Mac grabbelt in de buik van de haai. De muizenneefjes hebben geluk; geen vis in de buik van de haai, maar wel koekjes. Het is een Koekjeshaai!
Een koekje voor Finny, een koekje voor Mac en…
een koekje voor de Koekjeshaai; de grote nieuwe vriend van de muisjes!
Vrolijke groetjes,
Sandra
Hahaha, geweldig! Wat een leuk (beeld)verhaal weer van de muizenneefjes en de koekjeshaai! 🙂