Kinderboekenweek – terugblik

Wat een feestje was het om tijdens de Kinderboekenweek voor te lezen op een basisschool!

Groep 3, 4, 3-4 en 5 heb ik een stuk voor mogen lezen uit ‘Schatreis’. En dat niet alleen. Ik mocht ook allerlei vragen beantwoorden.

‘Hoe schrijf je eigenlijk een boek? Hoe lang heb je erover gedaan? Hoe ben je op het idee gekomen?’ Zomaar een greep uit de vragen die de kinderen hebben gesteld.

Ik heb een geweldig leuke ochtend gehad. Het was ontzettend leuk om Finny & Mac een stem te kunnen geven. Al had ik daarna wel een beetje last van mijn keel. Een beetje te hard en te vaak ‘JoePIEP!’ geroepen, hihi!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Vakantie in het Westerwald – 3

Waar zijn jullie nu muisjes?

‘Wij zijn op de beer geklommen!’ piepen Finny en Mac in koor.
Dat klinkt een beetje gevaarlijk, maar gelukkig is de beer van hout.

De wandeling van vandaag gaat weer langs én dóór de rivier de Nister. Hmm… in een muizenzwembadje badderen is leuk, maar stromend water is toch een beetje anders.

De muizenneefjes proberen over de stenen naar de overkant te lopen, maar besluiten om te draaien. De stenen zijn nat, glad en wiebelen een beetje. Nee, zo durven ze niet over te steken. Er moet vast een andere manier zijn.

En die is er ook! Er is een boom omgevallen. Hij ligt helemaal over de rivier heen. Hij is bedekt met mos. Voor mensenvoeten zou het gevaarlijk zijn om hierover te lopen, maar voor muizenvoetjes is dit geen probleem. JoePIEP!

Iet verderop komen Finny en Mac tot hun verbazing een tentenkamp tegen. Een heel grasveld vol met tipis. Een tipi is een indianentent. Zouden hier ook indianen wonen?

De muisjes zien helemaal niemand. Geen indianen. Zelfs geen indianenmuizen (zouden die bestaan?).
Van het zien van al die indianententen begint het te kriebelen bij de muisjes. Zij hebben natuurlijk óók een tent.

‘Kijk nou toch Finny,’ piept Mac, ‘dit is toch geweldig! Zullen wij vanavond ook gaan kamperen?’

Als de muisjes ‘s avonds terugkomen bij het vakantiehuisje, laten ze er geen gras over groeien. Deze keer geen tijd voor de luie stoelen. En ook niet voor het zwembad. De tent moet opgezet worden voordat het donker is!

Het wordt een race tegen de klok. Langzaam gaat de zon onder. Finny en Mac zien bijna niets meer.

Maar het is gelukt! En kijk; ze hebben zelfs een echt kampvuur gemaakt!

Vanavond doen Finny en Mac net alsof ze muizenindianen zijn. Ze zitten lang bij het kampvuur, eten gegrilde kaas en gepofte appeltjes. Met hun buikjes vol, kijken ze omhoog om van de fonkelende sterren te genieten. Zo mag de vakantie nog maanden duren!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Vakantie in het Westerwald – 2

Vandaag gaan de muisjes een bijzondere wandeling maken. Finny en Mac gaan wandelen over het Naturpfad Weltende. Dat is Duits voor ‘natuurpad naar het einde van de wereld’. Dat klinkt héél spannend; echt iets voor avontuurlijke muisjes (en mensjes)!

Finny en Mac bekijken de kaart met het kronkelende pad langs de rivier de Nister.

‘Dat wordt klimmen Mac!’ piept Finny.

En hup! Daar gaan de twee avonturiers. Ze klauteren over de rotsen en trippelen langs het water. Hoger en hoger, totdat ze het uitzichtpunt hebben bereikt. Zie je het bord dat op de boom zit? Dat is het bewijs dat de muizenneefjes het hoogste punt hebben bereikt.

JoePIEP! En nu genieten van het uitzicht:

Als de muisjes weer terug zijn bij het vakantiehuisje, staan de luie stoelen al klaar. Finny gaat er lekker voor liggen.
Mac niet. Mac is onrustig. Hij blijft maar op en neer lopen.

Finny kent zijn neef lang genoeg om te weten dat Mac een plannetje aan het bedenken is.

‘Wat ben je toch allemaal aan het doen Mac?’ vraagt Finny nieuwsgierig. Mac zegt niets, maar komt even later terug in zijn zwembroekje, met een grote handdoek over zijn pootje.

Huh???

Kijk nou; Mac heeft een muizenzwembad gevonden!

‘Aaahhhh pieieieiep….’ zucht Mac. Hij is helemaal in zjin nopjes met dit super-de-puper muizenzwembadje. Niet te diep, een beetje in de zon en een beetje in de schaduw… PIEPfect!
Dit vakantiehuisje krijgt 10 muizensterren van Mac!

Ik moet wel een beetje lachen; zien jullie wat er op de steen geschreven staat? ‘Hund’ is Duits voor ‘hond’…

Maar ik vertel dit niet tegen de muisjes hoor. Ik vind het veel te leuk dat ze zoveel plezier hebben. Even later komt Finny aangelopen. Hij heeft zich ook klaargemaakt voor een plons in het badje.

‘Kom erin Finny,’ piept Mac, het water is heerlijk!’

Tja, wie zou dit niet fijn vinden; eerst een mooie wandeling en daarna ontspannen in het zwembad. Wat een muizenleven! Of moet ik zeggen; luizenleven?

Vrolijke groetjes,
Sandra

Vakantie in het Westerwald – 1

Finny & Mac beleven graag nieuwe avonturen, dus ze gaan (bijna) altijd mee op vakantie. Liefst proberen ze de hele dag nieuwe kaasjes uit, maar dat is niet zo slim. Muisjes met een kogelrond buikje kunnen niet hard wegrennen als een Kattenmormel op ze jaagt.

Maar als je regelmatig een wandeling maakt, blijf je fit. Zeker als je veel berg-op en berg-af gaat. Daar krijg je gespierde pootjes van!

‘PIEP poeh’ zucht Finny, ‘we zijn bijna boven Mac!’ Net vóór de top staat Finny uit te blazen, met zijn pootjes in zijn zij. Finny vindt wandelen in de bergen leuk, maar hij is niet zo’n berggeit eh… bergmuis als Mac.

Mac haalt Finny met grote stappen in.

Terwijl Finny nog aan het klimmen is, geniet Mac al van het uitzicht.

Onderweg is er natuurlijk (vaak) tijd voor een muizenhapje. De muizenneefjes eten niet alleen maar kaas hoor; een stukje appel gaat er ook goed in. Bovendien lessen appeltjes ook de dorst!

Als de muisjes bijna terug zijn bij het vakantiehuisje, krijgt Finny extra energie. Kijk maar; als ze over de brug lopen, trippelt Finny zelfs vrolijk voorop, want hij weet wat hen te wachten staat. En wat dat is???

Ahaaa! Er staan twee heerlijke luie stoelen klaar.

Schoenen uit, pootjes omhoog, gezellig samen de avonturen van deze vakantiedag doornemen. Proost muizenmannen!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Kamperen moet je leren

De nieuwe tent moet natuurlijk uitgeprobeerd worden. Mac weet een prachtige plek om de tent voor het eerst op te zetten; aan een meer! Ze laden alles in hun muizenauto (de M.O.U.S.E.) en PIEPsakee! Het kampeer avontuur kan beginnen.

Als de muisjes een poosje door het bos gereden zijn, komen ze bij een houten brug uit. Zouden ze hier met de auto overheen kunnen rijden? Finny stapt uit om te kijken of het veilig is. Hij springt en stampt met zijn muizenpootjes op de planken. ‘Kom maar Mac, dit gaat lukken!’ roept Finny blij.

Finny stapt in de auto, maar gaat niet zitten. Hij blijft op de uitkijk staan, want het is best spannend om zo het water over te steken. Stel je voor dat ze met hun auto in het water vallen!

Gelukkig gebeurt dat niet. Alle muizenpootjes blijven droog. JoePIEP! En nu op zoek naar een fijn plekje.

Finny en Mac rijden naar het meer toe. Het zand is op veel plaatsen erg nat. Hmmm… misschien is het toch beter om het wat hogerop te zoeken? Kamperen en met je muizenbillen in het water zitten is ook niet fijn.

De muisjes stappen weer in de auto en rijden een stukje verder. Opeens staat Finny op. ‘Daar moeten we naar toe Mac.’ Hij wijst omhoog.

JoePIEP! De muisjes hebben hun kampeerplek gevonden. Uitzicht over het meer, zonder gevaar voor natte billen. Tijd om de tent en stokken van de auto af te halen. Het is best hard werken, zeker in de warme zon!

Finny en Mac pakken de stokken uit. Ik ben benieuwd hoe ze dit aan gaan pakken, want ze hebben nog nooit een tent opgezet. Gelukkig zijn het geen losse stokken. Ze zitten aan elkaar vast. Zo raak je de stokken niet kwijt en hoef je niet uit te zoeken welke stokken bij elkaar horen.

Oh jee! Wat gebeurt er nu? Finny is met zijn broek aan een lange tentstok blijven hangen! Hij wordt zelfs de lucht in getild!

Gelukkig heeft hij sterke Mac, die hem net op tijd naar beneden kan trekken. ‘De stokken moet je in de lussen van de tent stoppen Finny, niet in je broek!’ Mac hikt van het lachen.

Kijk nou! Het is ze gelukt; de tent staat.

Finny kijkt een beetje teleurgesteld in de lege tent. ‘We zijn het lekkers vergeten Mac. Alle kaasjes, toastjes en aardbeienlimonade staan nog thuis…’

Mac krabbelt op zijn muizenbolletje en loopt weg. Finny blijft verbaasd achter. Wat gaat Mac doen?

Het duurt niet lang of Mac is terug met een emmertje vol….

Bramen!

Heerlijke, sappige, wilde bramen, vers van de braamstruik. Als dat geen feestje is! Kamperen moet je leren, maar ik denk dat de muisjes heel goed op weg zijn.

Als ze na een lange dag luieren in de zon naar huis rijden, met hun buikjes vol bramen, wordt er druk gepiept in de auto.

De muizenneefjes hebben zo te horen genoeg ideeën voor een volgend avontuur!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Verkoopt u ook tentjes voor muizen?

Finny & Mac gaan winkelen. Ze hebben gelezen dat je tenten met korting kunt kopen. En weet je waar? Bij een winkel met de naam van een knaagdier; de bever!

Mac weet het zeker; hier kunnen ze een prachtige tent kopen. Hij ziet het al voor zich; samen met Finny de mooiste avonturen beleven. ‘s Avonds samen kaasjes eten in de tent. Een kampvuur maken en marshmellows roosteren of appels poffen. Kamperen is een muisachtig groot avontuur!

Met een folder vól aanbiedingen loopt hij voorop. Finny weet het niet. Zou een winkel voor mensen wel tentjes voor muisjes verkopen?

‘Wauw PIEP! Een groene tent Finny! Die is mooi!’ Mac zwaait enthousiast met zijn pootjes.

‘Gekke Mac, deze tent is veel te groot. Hier past jouw hele familie in. En ik denk dat mijn familie er dan ook nog bij kan. We willen gaan kamperen, geen feestjes vieren!’ moppert Finny.

Finny en Mac dwalen door de winkel. Ze bekijken heel veel tenten, maar ze zijn allemaal te groot.

‘Zullen we het eens gaan vragen?’ piept Mac. Dat vindt Finny een goed idee, dus ze trippelen naar een verkoper.

‘Hallooo PIEP! Verkoopt u ook tentjes voor muisjes?’ schreeuwt Mac. Mensen zijn een beetje doof, dus je moet als muisje wat harder piepen om gehoord te worden.

De vriendelijke verkoper kijkt verbaasd naar beneden. Aan zijn voeten ziet hij twee muisjes staan. Ze kijken hem een beetje aarzelend, maar ook heel ondeugend aan.

‘Nou…’ zegt de verkoper met een zachte stem (hij weet denk ik dat muisjes hele goede oren hebben) ‘ik denk dat ik wel iets voor jullie heb. We hebben nog één ieniemienie tentje in de aanbieding. Hij staat daarachter in de hoek. Ga maar eens kijken.’

Dat laten de muisjes zich geen twee keer zeggen. Ze rennen zo hard als hun muizenpootjes ze kunnen dragen naar de hoek die de verkoper aanwijst.

‘Ooooohhhh… een blauwe tent!’ piept Finny blij. Finny’s lievelingskleur is blauw.

Finny loopt naar binnen. De tent is perfect; méér dan genoeg ruimte voor twee muisjes én een voorraadje kaas.
Mac kijkt toe hoe Finny de tent in loopt en hij moet een beetje lachen; de tent heeft bijna dezelfde kleur als de schoenen van Finny.

‘JoePIEP!!’ piept Mac enthousiast. ‘Deze gaan we kopen Finny!’

De verkoper laat zien hoe ze de muizentent af moeten breken. De tent wordt netjes opgevouwen en in een zakje gestopt. De tentstokken gaan in een ander zakje.

Even later staan de muizenneefjes buiten. Ik mocht ze met de auto naar huis brengen. Tijdens de rit worden er al heel veel plannetjes gesmeed.

M(u)issie geslaagd. De kampeer avonturen kunnen beginnen. Spannend!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Dankjewel voor de gastvrijheid Bever!

Finny & Mac stunten op het strand

In juli en augustus gaan veel mensen op vakantie of ze maken dagtripjes. Muisjes doen dat ook. Ze noemen dat ‘dagtrippels’.

Als de weermuis zegt dat het aan de kust lekker weer wordt, weten Finny & Mac wat ze moeten doen. ‘JoePIEP! We gaan een dagtrippel maken. Lekker naar het strand!’

Daar gaan de twee muizenneefjes. De weermuis had het goed; het is droog en het zonnetje komt zelfs af en toe achter de wolken vandaan. Er staat een lekker briesje en het is niet zo druk. Kattenmormels kom je op het strand niet zo vaak tegen, dus Finny & Mac kunnen onbezorgd genieten.

Maar wat draagt Mac toch op zijn schouder? Wat zit er in die geruite tas? Het lijkt wel een Schots stofje. Mac komt uit Schotland. Zou er een doedelzak in de tas zitten?

Finny heeft een lekker plekje op de handdoek gevonden. Hij gebruikt zijn rugzak als kussen en laat de zonnestralen zijn muizensnuit verwarmen.

Ondertussen pakt Mac de geheimzinnige tas uit. Kijk nou? Er zit een vlieger in! En niet zomaar een vlieger, het is een STUNTvlieger. Dat is een vlieger die je kunt besturen. Je kunt hem van links naar rechts en van boven naar onder laten gaan. En je kunt hem rondjes in de lucht laten draaien. Hartstikke stoer!

Mac zet de vlieger in elkaar. Elk stokje moet op de juiste plek zitten. Het doek moet strak gespannen worden. De lijnen moeten precies op de juiste plek vast zitten. Als er iets niet goed zit, dan kan de vlieger niet vliegen. En al helemaal niet stunten!

Finny kijkt vol spanning toe terwijl Mac als een bezig bijtje om de vlieger heen trippelt. Zou het lukken?

‘JoePIEP! Goed gedaan Mac!’ juicht Finny, terwijl hij zijn muizenpootjes in de lucht gooit. Finny is hartstikke trots op zijn neef. Kijk; de vlieger vliegt nu al. Finny hoeft hem niet eens de lucht in te gooien.

Mac speelt voorzichtig met de lijnen. Alles lijkt in orde, dus de lange besturingslijnen kunnen vastgemaakt worden. Stunten maar!

‘Nu gaat het gebeuren Finny! Eén… twee… Hellup PIEIEIEIEIEIEPPP!!!!!’

Oei! Dat klinkt niet goed. Finny stuift overeind. Hij rent zo hard als zijn muizenpootjes hem kunnen dragen in de richting van de verschrikkelijk harde piep.

Zie ik daar Mac’s schoenen liggen? Mac is toch niet de lucht in gevlogen?!

Oooooh jeeee…. Mac is niet gaan vliegen, maar wel gaan stunten. De vlieger is te sterk voor hem. Mac wordt op zijn bolle muizenbuikje over het strand gesleept. Hij blijft de lijnen vasthouden, want hij wil zijn vlieger niet kwijt raken. Dadelijk wordt hij nog de zee in gesleept!

Gelukkig kan Finny héél snel rennen. Als hij bijna bij Mac is, maakt hij een grote sprong en hij grijpt Mac bij zijn blote pootjes. Met zijn tweetjes zijn Finny & Mac sterk én zwaar genoeg om de vlieger te stoppen.

De muisjes staan op en vegen het zand van hun snorharen en oren. Het zand valt zelfs uit de broekspijpen van Mac!

Mac begint te lachen. ‘Nou, dit was niet de stunt die ik in gedachten had Finny! Hihihihi!’
Finny’s snorharen beginnen te trillen en het duurt niet lang of de muisjes staan allebei te schuddebuiken van het lachen.

‘Hee Mac, ik heb een idee!’ Finny wrijft over zijn snuitje. ‘Wat als we sámen gaan stunten? Samen zijn we sterk genoeg.’

Zo gezegd, zo gedaan. De muisjes moeten even oefenen, maar het duurt niet lang of ze laten de vlieger stunten, zonder zelf te stunten. Mac stuurt de vlieger en Finny houdt hem vast.

En natuurlijk wisselen ze af en toe, want Finny wil ook graag leren hoe je een stuntvlieger bestuurt.

Ze laten de vlieger rondjes draaien totdat ze er duizelig van worden. Wat een heerlijke dagtrippel, zo mogen er nog veel meer komen!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Een ontmoeting in Drenthe

Finny en Mac komen bij een wandeling in Drenthe een toren tegen. Niet zo maar een toren, maar een uitkijk toren.

‘Kom Finny, daar gaan we in klimmen! Ik weet PIEP zeker dat we dan een heel mooi uitzicht hebben.’ Mac rent zo hard als zijn kleine pootjes hem kunnen dragen naar de trap en Finny trippelt achter hem aan.

De eerste treden zijn makkelijk. Muisjes kunnen goed klauteren en een trap is geen probleem. Een beetje hoger in de toren is er geen trap meer. Je moet nu met een steile ladder omhoog. En die ladder is gemaakt voor mensenbenen en niet voor muizenpootjes…

Maar natuurlijk geven Finny en Mac niet op! Mac trekt zichzelf omhoog aan de treden van de ladder. Finny kijkt het kunstje van Mac af en doet hetzelfde.

Niet veel later zijn ze hoog genoeg uitgekomen om over het hek van de toren te kunnen kijken. Wat een mooi uitzicht! Ineens gaan Mac’s oren stijf overeind staan. Ziet hij iets bijzonders? Een Kattenmormel misschien?

‘Wat zie je Mac?’ vraagt Finny nieuwsgierig.
’Ik kan het niet geloven Finny! Er lopen hier Schotse Hooglanders, PIEP!’ Macs kraaloogjes stralen.

Aha! Ik snap waarom Mac zo enthousiast is. Schotse Hooglanders zijn runderen uit Schotland. En weet je wie er ook uit Schotland komt? Mac!!

Mac rent als een dolle muis van de ladder en de trap af. Eenmaal beneden rent hij in de richting waar hij de Schotse Hooglanders heeft zien grazen. Ik denk dat hij een praatje met ze wil maken. Misschien wel in het Schots?

Aha! Daar is de eerste al. Mac zwaait naar het grote, rossige beest. Finny is onder de indruk van de horens. Poeh… Als je niet uitkijkt prikken die horens zó in je muizenbillen!

Mac begint van alles te roepen naar de Schotse Hooglander:
‘HULLO! HOO ARE YE?’

Finny weet niet goed wat hij zegt, maar het klinkt een beetje als ‘hallo’?

Het grote beest lijkt niet onder de indruk. Hij loopt gewoon verder. Nou moe! Wat is dat nou. Dat is niet erg beleefd?

Mac haalt zijn schouders op. Hij heeft nog wel een lesje voor Finny:
’Dat was een vrouwtje, een koe. Dat zie je aan de horens; die krullen omhoog. Kijk PIEP! Daar loopt een mannetje, een stier. Zijn horens wijzen naar voren.’

Oh ja! Ik zie het ook! Kijk maar op de foto hieronder:

Het is wel duidelijk dat Mac als Schotse muis, veel over Schotse Hooglanders weet. En nu weten wij het ook!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Finny & Mac en de hunebedden

Finny & Mac gaan met ons mee naar Drenthe. Ze willen wel eens weten waarom de bedden in Drenthe zo interessant zijn.
Bedden in Drenthe? Oh, de muisjes bedoelen hunebedden!

Als de muizenneefjes aan het wandelen zijn, ziet Finny ineens een bord.
‘Hee Mac,’ piept Finny blij, ‘we hebben er eentje gevonden, het staat op het bord; hu-PIEP-bed D52. Hmmm…’ Finny wrijft over zijn snuitje. ‘Waarom heet dat bed D52? Dat is een rare naam!’

‘Wat een vreemd bed!’ Mac staat een beetje raar te kijken naar de stapel grote stenen voor hem.

‘Er staat een mens bij het hu-PIEP-bed; dan moet het wel bijzonder zijn! Maar het ziet er niet eh… zacht uit?’ Mac schudt zijn muizenbolletje. ‘Mensen zijn rare wezens. Maar ze houden ook van kaas. Dus misschien zien ze iets dat wij niet zien? Kom Finny! We gaan dichterbij kijken!’

De muisjes vinden het maar een gek iets, een hunebed. Ze besluiten er bovenop te klimmen. Je weet tenslotte nooit?

Als ze het hunebed aan alle kanten bekeken hebben, weten ze het zeker;
’Een hu-PIEP-bed is gewoon een berg stenen!’ piepen ze zó hard, dat het in Friesland zelfs te horen is.

Het is tijd om de muizenmannen iets meer te vertellen over hunebedden. Ik leg ze uit dat het niet zomaar een berg stenen is. 5.000 Jaar geleden hebben mensen deze stenen op elkaar gestapeld, om er een begraafplaats van te maken. De stenen zijn heel zwaar; wel 20.000 kilo per steen!

Finny kijkt moeilijk. Hij is even stil, maar piept dan; ‘Dat zijn wel 1.500 kazen per steen! Pffff… PIEP! Dat is heel zwaar!’
’Dat moeten hele sterke mensen geweest zijn!’ piept Mac met grote ogen.

Een dag later komen we bij een ander hunebed aan.

Finny wijst naar het hunebed, dat er heel anders uit ziet dan het hunebed van gisteren.
’Ik denk dat deze kapot is Mac. De stenen die er bovenop liggen, zijn gevallen!’

Mac reageert niet. Hij ziet iets anders in de verte. Zien jullie het ook? Er ligt nóg een hunebed.

De muisjes wandelen er naartoe.
’Deze ziet er veel beter uit Mac!’ piept Finny.

Finny heeft gelijk. Kijk eens hoe mooi al die zware stenen op elkaar liggen?

Dat willen Finny & Mac natuurlijk goed onderzoeken. Mac kijkt voorzichtig of er geen Kattenmormels onder de stenen zitten. Je kunt als muisje niet voorzichtig genoeg zijn.

Finny en Mac kijken hun ogen uit, terwijl ze onder het hunebed door lopen. Jammer genoeg zijn het geen zware kazen, anders hadden ze er een stukje uit kunnen knabbelen.

Finny heeft een idee: ‘Zullen we het andere hu-PIEP-bed repareren Mac? Als we elkaar helpen, lukt het ons vast wel om er een steen op te leggen. Dan is hij weer als nieuw!’

De muisjes trippelen blij naar het hunebed dat kapot is en zoeken een mooie steen uit.

‘Eén-twee-PIEP!!’
Finny & Mac tillen de steen op en schuifelen er voorzichtig mee naar het kapotte hunebed.

Met veel gezucht en gePIEP lukt het om de steen bovenop een grote steen van het hunebed te tillen.

Nog een beetje draaien…

‘JoePIEP!!’ piept Finny uit volle borst. ‘Wij zijn de geweldigste, beste, sterkste hu-PIEP-bedden bouwers van de hele PIEP wereld!’

Max schudt zijn muizenhoofdje. Gekke Finny!
’Kom Finny, ik heb honger gekregen van al dat gesjouw. Ik heb nog een stukje kaas in mijn rugzak zitten. Zullen we een plekje in het zonnetje zoeken om te gaan eten?’

Natuurlijk vindt Finny dat een goed plan! Niets smaakt zo lekker als een stukje kaas als je zo hard hebt gewerkt.

Mocht je binnenkort in Drenthe zijn, zou je eens kunnen kijken of je kleine steentjes op het hunebed ziet liggen. Misschien is dat het werk wel van Finny & Mac!

Vrolijke groetjes,
Sandra

Wat piept daar zo?

Finny & Mac horen een hele rare piep. Geen PIEP van een muis. Nee… het kinkt als een groter dier. Soms klinkt het meer als fluiten. Maar het is ook geen vogel. Het is gewoon…. een beetje eng!

Maar hee, als je een avontuurlijke én vooral nieuwsgierige muis bent, dan ga je natuurlijk op onderzoek uit!

De muisjes sluipen door het huis, op weg naar het rare piep-fluit geluid. Mac kijkt voorzichtig om het hoekje. ‘Zie je al iets Mac?’ fluistert Finny.
‘Ja PIEP!’ fluistert Mac opgewonden. ‘Het lijkt wel een kooi? Zou het piep-fluit beest in een kooi zitten? Pak je lasso Finny!’

Wacht eens even… Zegt Mac nou ‘lasso’? Wat willen die gekke muisjes doen? Enge beesten vangen?

‘PIEP op eng PIEP-fluit beest!!!’ piept Mac hard en hij zwaait met een touw, terwijl Finny met zijn lasso zwaait. ‘Wij zijn niet bang hoor!’ piept Finny stoer, maar ik zie dat hij een beetje bibbert. Dat is ook niet gek als je als kleine muis ineens oog in oog staat met… ja, wat is het eigenlijk?

‘Een CaaaPIEPaaaa!!!’ roepen Finny en Mac in koor. ‘Daar hoeven we niet bang voor te zijn!’

CaaaPIEPaaa??? Oh, ze bedoelen CAVIA! Nee, daar hoef je niet bang voor te zijn als kleine muis.

Finny en Mac trippelen zó snel het hok binnen, dat de cavia snel in zijn hokje kruipt.
‘Ooo, sorry PIEP!’ piept Finny. ‘We willen je niet aan het schrikken maken caaaPIEPaaa, maar we wisten niet dat jij zo hard kunt piep-fluiten, dus we waren een beetje ongerust.’

Mac heeft een idee. ‘We gaan jou helpen caaaPIEPaaa! We gaan jouw huisje schoonmaken en jou eten geven!’
‘Jaaa PIEP!’ piept Finny blij. ‘Dat is een goed idee! Ga maar even in deze bak uitrusten, dan zorgen wij voor een mooi huisje met lekker eten.’

‘Wat heb je mooie haren caaaPIEPaaa’ piept Mac, ‘die moeten niet vies worden. Kom Finny, we gaan aan de slag!’

Zoooo… De houtkrullen worden ververst en extra opgeschud.

Mac zorgt voor de cavia brokjes.

En Finny voor vers hooi.
Jammer dat de cavia geen kaas eet, hahaha!

Dat hebben jullie héél goed gedaan muizenvriendjes. Jullie kunnen zó bij de dierentuin gaan werken!

Vrolijke groetjes,
Sandra