Finny & Mac gaan met ons mee naar het Nederlands Openluchtmuseum en ze maken er een feestje van!
Terwijl de muizenneefjes naar de Zaanse huisjes en de ophaalbrug kijken, smeden ze hun plannetjes. Totdat hun gevoelige muizenneusjes iets oppikken.
‘Ik ruik frietjes!’ piept Mac.
‘En ik ruik POFFERTJES!’ piept Finny.
‘JoePIEP! Het is hier geweldig!’ piepen de muisjes in koor.
Plannetjes bedenken is leuk, maar muizenbuikjes vullen is altijd beter. Dus ze pakken hun rugzakjes en volgen de heerlijke geuren die op de wind lijken te dansen.
Ze trippelen enthousiast naar de ophaalbrug; dáár komen de geuren vandaan. Totdat Mac zich bedenkt. Hij blijft stokstijf staan.
‘Hee Finny, wat als we hier ook káás zouden kunnen vinden? Dat is nog beter dan frietjes en PIEPpoffertjes, toch?’
Finny stopt nu ook. Terwijl hij naar alle mooie huisjes kijkt, trillen zijn snorharen. En als Finny’s snorharen trillen, dan weet je dat hij héél diep aan het nadenken is. Muisachtig diep!
‘Misschien heb je gelijk Mac’, piept Finny, terwijl hij over zijn bolletje wrijft. ‘Niets is zo Nederlands als kaas, dus dan moet er in het Nederlands OpenluchtMUISeum wel kaas te vinden zijn. Steek je neus hoog in de lucht Mac, we gaan op kaasjacht!’
‘Een molen in de kleuren van een koe; zwart-wit!’ juichen de muisjes in koor.
‘Dan kan de kaas niet ver weg zijn’, piept Mac, terwijl hij met zijn pootjes langs zijn snorharen wrijft. Het lijkt wel alsof Mac de kaas in gedachten al opgegeten heeft!
Finny & Mac houden van eten, maar ook van avonturen. Dus als ze bij de scheepswerf komen, vergeten ze heel even dat ze op kaasjacht zijn. Want met boten kun je avonturen beleven.
‘Dat is een mooie boot Mac!’ piept Finny, terwijl Mac nog aan het klimmen is.
Maar Mac heeft iets beters gezien. Hij wijst naar een grotere boot. Een boot met de kleur van een rijpe, belegen kaas. Als ze ooit in een boot gaan varen, dan moet het deze zijn!
In gedachten beleven de muisjes spannende avonturen, waarbij ze muizenprinsessen redden van vuurspuwende katten eh… draken. En van de muizenkoning krijgen ze als beloning een hele boot vol rijpe, geurende kaas.
De fantasie van de muisjes slaat helemaal op hol. Ineens ziet Finny een bord:
Teer?
Harpuis?
Het rijmt op ‘muis’, maar het klinkt helemaal niet lekker. Terwijl Finny het bord leest en zich afvraagt of je ‘harpuis’ kunt eten, hoort hij Mac ineens mopperen.
‘Duizend kaasbollen en een kaassouflé PIEP! Haal dit net van me af Finny! Het wil me opeten!’ Mac zwaait met zijn pootjes, maar door zijn geworstel komt hij steeds vaster te zitten. Finny rent snel naar Mac toe om hem te bevrijden uit het visnet.
‘Laten we verder gaan Mac, het is hier gevaarlijk. Jij zat vast in een visnet en dadelijk vallen we nog in een kan met teer. En je ruikt nu naar vis. Als ze hier ook Kattenmormels hebben, dan is dat pieperdePIEP gevaarlijk!’
De muisjes lopen snel verder, maar dan is er weer iets anders dat ze zien; klompen!
‘Oh…’ piept Finny zachtjes.’Kijk nou Mac, echte houten klompen. Die heb ik altijd al willen proberen.’ Mac begint te lachen. ‘Die zijn toch veel te groot Finny. Daar kun je bijna in wonen. Of varen!’
‘Oh Finny, kom snel!’ piept Mac ineens opgewonden. ‘Ik zie een KAAS rijden!’
De rijdende kaas is geen kaas, maar een tram. De tram rijdt de hele dag rond. Mensen en muisjes kunnen er lekker in gaan zitten en dan zien ze het hele park. Zonder moe te worden. En als het regent, word je ook niet nat!
Finny en Mac zijn meteen enthousiast. Zeker als ze zien dat het museum nog tramconducteurs zoekt. Eens kijken of die pet ze past!
Nou, ik denk het niet, kleine muizenvriendjes! Zelfs samen zijn jullie nog te klein…
Een beetje teleurgesteld lopen Finny en Mac verder. Geen kaas. Geen boot. Geen klompen. Geen tramconducteur… Maar wat is dat?
BROODBAKKERIJ
Dat klinkt heel deftig. Zouden ze ook koekjes hebben? Finny gluurt om het hoekje.
Er is veel méér dan brood te vinden in de broodbakkerij! JoePIEP!
Finny en Mac hebben heerlijke koek kunnen kopen. Koek in muizenpuntjes. Nu nog een plekje vinden om die heerlijke koek veilig op te kunnen peuzelen.
Niet veel later zitten de muizenneefjes samen op een groene berg.
‘Wat een fijn plekje hebben we gevonden!’ piept Finny met een volle mond. ‘Een mooie plek om nieuwe plannen te maken.’
Mac is het helemaal met hem eens: ‘Dit is een hele goede en veilige plek om nieuwe plannetjes te maken voor onze kaasjacht Finny. Ik weet zeker dat hier in het OpenluchtMUISeum kaas te vinden is!’
Oh jee… Zien jullie waar de muisjes zijn gaan zitten? Dit is helemaal geen groene berg. En ik weet ook niet of dit veilig is. Ze zitten op een plaggenhut en de deur staat open. Nu maar hopen dat er geen Kattenmormels wonen. Zeker omdat Mac nog steeds een beetje naar vis ruikt…
Wordt vervolgd!
Met dank aan het vriendelijke personeel/vrijwilligers van het Openluchtmuseum!
Vrolijke groetjes,
Sandra
Een spannend verhaal met hele mooie foto’s. Ik ben benieuwd naar deel 2. Superrrrrr
Geweldig! Die twee muizen weten er toch steeds een feestje van te maken. Supergave foto’s en vooral leuk omdat ik er met mijn 50ste verjaardag was met mijn gezin en er nu weer fijne herinneringen boven komen.
Super leuk!
Wat een avontuur weer. Leuk!
Oh wat leuk! Hopelijk komen in deel 2 geen kattenmormels op ze afstormen! En ik gok dat ze dan wel kaas gaan vinden, hihi. Jammer dat ze te klein zijn voor tramconducteur… Dan zouden ze ook leuke avonturen kunnen beleven!